my bloody valentine
Isn't Anything

Omdat het complete oeuvre van my bloody valentine vanaf 21 mei (2021) weer in de platenwinkels te koop is, hebben wij besloten uitgebreid op hun muzikale nalatenschap in te gaan. Album voor album beschrijven we wat de Ierse band voor de muziekgeschiedenis betekend heeft.
Op Isn’t Anything laat het Ierse gezelschap een zelfverzekerde sound horen die het venijn heeft van punk en de catchy vocale- plus instrumentale hooks van popmuziek. Doordat puntige gitaren zo roodgloeiend staan van de feedback en haast verdrinken in allerhande effecten komt alles tegelijk agressief als psychedelisch over. Drums en basgitaar blijven niet achter en beuken er knalhard op los. Slechts de onzekere, vaak nerdy vocale wisselwerking tussen Butcher en Shields heeft een zalvende werking.
Noem het maar noisepop, waar enkele raakvlakken te zien zijn met bands die er een aantal jaar eerder al mee begonnen. Om de vergelijkingen Brits te houden: The Jesus and Mary Chain en A.R. Kane, maar de Amerikanen van Hüsker Dü en bijvoorbeeld Flipper waren ook niet ver weg. Maar my bloody valentine evolueert door, zonder te kopiëren.
Conceptueel klonk de band nooit urgenter of meer beklemmend dan hier. De onvaste klanken van opener Soft as Snow (But Warm Inside) laten veel naïviteit en twijfel horen in de stem van Shields: een eerste seksuele ervaring? De omslag volgt al snel, als in (When You Wake) You’re Still in a Dream blijkt dat verlangen niet door beide partijen als hetzelfde wordt ervaren. Door dat verlangen gaat de machtsverhouding scheef, met mogelijk bijna een aanranding tot gevolg in Feed Me With Your Kiss, als het klinkt: I guessed you might go real far. So feed me with your kiss!
De waarschuwingen beginnen nog meer dreigende vormen aan te nemen als blijkt dat Sue in Sueisfine alles behalve fine is. “Sueisfine, Suicide”, klinkt het dan ook. Helaas laat het Shields zijn karakter koud in afsluiter I Can See It (But I Can’t Feel It), wanneer hij nog één keer probeert contact te maken met zijn ex, maar ziet dat hij te laat is: “Shot in the head I can see. I can see it. But I can’t feel it” . Natuurlijk is dit slechts een persoonlijke interpretatie van wat het concept zou kunnen zijn, maar het geeft maar aan dat My Bloody Valentine verhalend nooit sterker was dan op Isn’t Anything. Later schoof de band zowel tekstueel als muzikaal veel meer op naar het esthetische, het abstracte.
Het album is er dus één met meerdere gezichten en juist dat maakt ‘m zo tijdloos. Enerzijds zijn er de overstuurde stuiterbalriffs die door al zijn speels venijn als een refrein op zich gezien kunnen worden. Luister maar eens naar Feed Me With Your Kiss en geef toe dat je die riff altijd mee neuriet . Toch? Koppel dat aan aanstekelijke vocale hooks – met prachtige duetten tussen Shields en Butcher – en je hebt de basis voor een perfecte dosis “vrolijke” noisepop. In sterk contrast staat het psychologische concept en de beklemmende muzikale sfeer in de coupletten, vol dissonantie en angst. Prachtig!