Musée Mécanique
From Shores Of Sleep

Na het goed ontvangen debuut Hold This Ghost van Musée Mécanique bleef het zes jaar opmerkelijk lang stil rond de formatie uit Portland. Hoewel er wel een periode intensief getoerd is door het vijftal. Het lange wachten wordt in elk geval ruimschoots beloond: opvolger From Shores Of Sleep straalt aan alle kanten.
De band doet eigenlijk nog steeds waar ze goed in is en dat is rijkgeorkestreerde, gedragen liedjes op plaat zetten, gezongen door singer-songwriters Micah Rabwin en Sean Ogilvie. De twee zijn het stevige fundament onder Musée Mécanique. Beiden beschikken over een fraai, zelfs lieflijk stemgeluid, dat recht doet aan de muziek.
De plaat is een geheel, een luistertrip, met als centraal thema de nautische wereld. Violen zwellen aan, Franse hoorns doen hun werk, evenals de klarinet en de cello. Het zijn slechts enkele van de instrumenten die gebruikt worden op From Shores Of Sleep, waarop bovendien veel elektronica te horen is.
Onherroepelijk moet je denken aan stadsgenoten The Decemberists, hoewel Musée Mécanique muzikaal nog stukken rijker is en het stempel ‘folk’ er minder nadrukkelijk op kan worden gedrukt. Klassiek doet daarentegen opgeld.
Musée Mécanique is erin geslaagd een muzikaal sprookjesbos te creëren, waarin het uitermate goed toeven is. De liedjes zijn uitgerekt, meeslepend en je hoort aan alles dat er heel goed over nagedacht is. Ogilvie heeft ook getekend voor de productie van het album, omdat het gevaar ongetwijfeld op de loer heeft gelegen dat alles productioneel dichtgemetseld zou worden, mocht die klus uit handen worden gegeven. Nummers als The Man Who Sleeps en A Wish We Spoke zijn van een ongelooflijke schoonheid. Hoewel daarmee de andere acht songs tekort wordt gedaan. Die doen er kwalitatief nauwelijks voor onder. From Shores Of Sleep is een van de mooiste platen die dit jaar zijn verschenen. Ronduit intrigerend.