×

Recensie

Rock

15 maart 2022

Midlake

For the Sake of Bethel Woods

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: Bella Union

For the Sake of Bethel Woods Midlake Rock 4.5 Midlake – For the Sake of Bethel Woods Written in Music https://writteninmusic.com

Met de zwaar psychedelische elektrische folkrocksound van Bamnan and Slivercork levert het Texaanse Midlake in 2004 een indrukwekkend debuut af. Dit buitenbeentje op het Bella Union label raakt echter pas met het volledig in balans zijnde opvolger The Trials of Van Occupanther het hart van de muziekliefhebber, waar seventies Fleetwood Mac invloeden de sfeer bepalen en frontman Tim Smith een hoog Britpop melodieuze zang toevoegt. Een prachtplaat met gepassioneerde gedreven samenzang en licht pulserende gitaaruitvluchten. Het melancholisch tragische met prachtig fluitspel versierde The Courage of Others is de afsluitende Midlake zwanenzang van de vermoeid en uitgebluste Tim Smith die zich vervolgens op zijn Harp project richt en een streep onder zijn Midlake carrière zet.

Met het op onaf werkmateriaal voortbordurende Antiphon revancheert het gezelschap zich sterk. Gitarist Eric Pulido pakt de vrijkomende toegelegde rol van tekst schrijvende zanger op, en staat aan de frisse koerswijziging basis, waar weer die heerlijke psychedelica zo mooi op de voorgrond treedt. Een hoopvolle toekomst ligt in het verschiet, met een voortreffelijk herpakte band die zoveel speelplezier uitstraalt. Maar dan wordt het heel stil, een overpeinzend sabbatical van zeven jaar tot gevolg.

Stilletjes hervatten in 2019 de folkrockers hun werkzaamheden, al snel door de mondiale lockdown belemmerd, waardoor er een moeizaam tweejarig proces aanbreekt. In de prille lente van 2022 verschijnt dan eindelijk For the Sake of Bethel Woods. De titel verwijst naar de heilige Woodstock grond waar toetsenist Jesse Chandler zijn jeugdtijd doorbrengt. Zijn vier jaar geleden overleden vader siert als jong volwassene op de in Woodstock geschoten albumhoes. Al liftend bereikt hij op zestienjarige deze memorabele plek, waarnaar toe hij op latere leeftijd verhuist en een gezin sticht. Zijn geest dwaalt tevreden tussen de tracks rond, in een vormgegeven trip down memory lane eerbetoon, met nodige verwijzingen naar het wereldberoemde festival.

Ondanks dat de Midlake leden er nooit bij zijn geweest, memoreert Commune wel aan dat hunkerende magische moment. Het uptempo jazzy rockende Bethel Woods is Midlake nieuwe stijl. Aardse melancholica door een stuwend geluid omlijst, met een volgroeide stevig op dreef zijnde McKenzie Smith achter het drumstel, hard als droog aangestoken kampvuurhout knetterend. En daarmee houden de vergelijkingen met die folk basis wel op. Huilende gitaarakkoorden dwalen in hypnotiserende psychedelica af. Krachtig is hierin toch wel het toverwoord, daar veranderen de duistere uithalen verder niks aan. Wat een overweldigende eweldige aftrap en wat overstijgt Midlake zichzelf hier weer.

Funky trippend leggen ze het hoogpolige Glistening muziektapijt neer. Nog meer verslavende intrigerende lagen, nog meer onvoorspelbare diepgang. Het nachtorkestrale geheimzinnige einde met experimentele illustrerende Radiohead invloeden geeft aan waar Midlake in dit stadium staat, en dat is niet misselijk. Man, wat verkeren die hier in topvorm zeg! De discovloer wenkt zelfs van een afstand, maar nog niet geheel overtuigend slaan ze dit aanbod af. Die deur staat bij het droog ritmische Dawning wel op een kier. Een beetje onwennig stappen ze deze nieuw te ontdekken wereld binnen, al kleuren ze het einde heerlijk met hoge synths en grimmige noise in.

Dwarse elektronica hallucinaties dopen je in trippende Exile sixties psychedelica onder. De cold turkey op de morning after, de belevingen van een dag eerder in half verdoofde wazigheid en weggestopte vervaagde herinneringen begraven. En dan is het tijd voor de cooling down. Feast of Carrion wandelt door nostalgische LSD velden. Kleurrijk als een beschermende violette regenboogaura, speels licht doorlatend.

Het verblindende Noble gaat nog een stapje verder. Eric Pulido heeft een prachtig diep lage stem waaroverheen die zacht fluwelen backings meer tot zijn recht komen, kinderlijk lief zelfs. Begrijpelijk trouwens, het is een ware liefdesbetuiging van McKenzie Smith naar zijn zoontje die dezelfde heldhaftige naam draagt en aan een geboren zeldzame hersenaandoening lijdt. Het kille Gone, met die steevaste holle postpunk baslijnen van Scott Lee vormt de stabiliteit in deze woeste hypnotiserende tribal stamper waardoorheen het onstuimig fladderend fluitspel van Jesse Chandler de strijd met de duisternis aanvecht.

De reis vervult zich in de meer groots opgezette eindstukken. Toegankelijke popmelodieën omlijsten de The Beatles achtige samenzang van de vooruitgeschoven Meanwhile… single. Een begrijpelijke keuze, al behoort deze op het fenomenale For the Sake of Bethel Woods tot de onzichtbare schaduw categorie. In diezelfde lijn opereert het overtuigende The End. Dwarrelende regenbuien aan goedvriendelijke instrumentatie geven er een breed opgezette wending aan en werken naar een adembenemende seventies progrock climax toe die uiteindelijk in het volledig wegblazende Of Desire die finishlijn bereikt. Wat een meesterwerk is dit For the Sake of Bethel Woods toch!



  1. Commune
  2. Bethel Woods
  3. Glistening
  4. Exile
  5. Feast of Carrion
  6. Noble
  7. Gone
  8. Meanwhile...
  9. Dawning
  10. The End
  11. Of Desire