Matthias Goerne
Heliopolis

Bariton Matthias Goerne is een van die meesters van het lied die zich tot doel gesteld hebben zo veel mogelijk liederen van één enkele componist op te nemen. Ik vraag me wel eens af voor wiens verzameling die albums bedoeld zijn. Zouden er echt luisteraars zijn die over een jaar of wat al Goerne’s zestien Schubert-albums (bij Harmonia Mundi staan er nog zeven in de planning) in de kast hebben staan? Of poetst de bariton zelf de liederen op in zijn gedachten? Zouden zangers zo’n nood hebben aan duidelijke doelen in hun carrière?
Hoe het ook zij, Heliopolis is Goerne’s negende album met Schubert-liederen. Dat zou het tot een angstaanjagend perfect album moeten maken. Deze plaat brengt de traditionele liedpraktijk echter niet in beweging, maar sluit naadloos aan bij zijn collega’s. Goerne stelt enigszins teleur door zijn ingetogen aanpak, iets meer drama had het album goed gedaan. Ook trackvolgorde en begeleider Ingo Metzmacher hadden wat spannender gekund. Heliopolis kabbelt waar het zou kunnen bruisen.
Feit blijft dat Goerne Schubert ís, met elke trilling van zijn stembanden brengt hij de liedkunstenaar tot leven. Hij blijft daarbij niet bij de veilige meedeiners waar Schubert zo bekend om is, maar durft ook wat minder clichématige liederen als ‘Das Heimweh’ en ‘Atys’ bij de horens te vatten. Hoewel die laatste categorie nog wat onwennig aandoet, is Goerne’s stem bij elk lied weer een zoete warme deken. Ik ben toch wel benieuwd naar de volgende zeven verzamelstukken.
Goerne zingt Wanderers Nachtlied.