Matmos – Ultimate Care
Ultimate Care If
Matmos is een experimenteel electronic duo bestaande uit Martin Schmidt en Drew Daniel. Al sinds 1995 maken ze elektronische, experimentele muziek die veel gebruik maakt van gekke samples, zoals het geluid van chirurgische instrumenten en verwerken dat in ritmisch dansbare muziek. Het bekendst zij de heren door hun samenwerking op de albums Vespertine (ook de live tour) en Medúlla, waarbij ze bijvoorbeeld het zachtjes lopen op Himalaya bergzout toevoegden als ritmisch element aan het lied Aurora.
Melodieus en dansbaar klinkt Matmos op dit nieuwe album meestal niet. In het kort gezegd, alle geluiden op Ultimate Care II zijn voortgebracht door een Whirlpool Ultimate Care II wasmachine en daarna zodanig digitaal bewerkt en verknipt dat het brongeluid soms niet meer herkenbaar is. Hoewel het duo altijd aan de basis staat van hun albums, verschijnen er dikwijls gasten. Dat is hier niet anders. In het boekje staan als extra bandleden: Jon Leidecker – processing, Duncan Moore – analog tape manipulation, Max Ellbacher – virtual washing machine MIDI processing, Dan Deacon – MIDI en Jason Willit – washing machine. Dat zijn heel wat mensen die zich bezighouden met het bewerken, vervormen, manipuleren en digitaal mixen van een wasmachine dus.
Het album start zoals elke wasmachine start, met een klik, wat geratel en het pakken van water. Het geluid van water valt logischerwijs wel vaker te horen op dit album, dus als je bij het horen van stromend water acuut naar de wc moet wens ik je succes! Na die start valt er van alles te horen. Er wordt getrommeld op de machine, het deurtje wordt open en dicht gedaan, het piepje van de timer gaat af, er wordt gescratcht op de wastrommel en extra water wordt toegevoegd en weer afgevoerd. Wat er precies gebeurd is toch puur speculatie, want door de digitale bewerking is het al snel niet meer duidelijk wat we nu precies horen.
In sommige stukken lijken belletjes te horen te zijn en op andere momenten weer stemmige keyboards. Niets van dat alles, want in het boekje staat stellig: No synthesizers or drum machines were used! Over het algemeen vertoont dit album de meeste raakvlakken met ritmische, kille techno. Beukend, ratelend en piepend. Hoe koud deze techno is kunnen we uiteraard niet weten, dit hangt totaal af van de was temperatuur in de machine. Als de track dan eindelijk tot stilstand komt begint de wasmachine duidelijk aan zijn laatste programma; hij pauzeert even om meer water te pakken, maar begint dan aan een beukende centrifuge cyclus. De laatste drie minuten van het album klinken dan ook compleet op hol geslagen en agressief, waardoor het meer raakvlakken vertoont met breakcore en de electronic hardcore. Dan is het afgelopen. Nog even valt het water te horen en dan is het afgelopen. Moet je al plassen?