Mathijs Leeuwis
Galibier
Het is mooi hoe je als muzikant je eigen pad kunt volgen, je weg kunt gaan zoals jij dat wilt. Daarbij is het zeker zo fijn als er mensen zijn die je muziek beluisteren én dat met plezier doen. Mathijs Leeuwis kiest zijn eigen weg en zijn eigen muzikale ontwikkeling. Vóór hij in 2014 een pedal steel gitaar kocht, maakte hij een aantal platen als singer songwriter. Niet alledaags, vanzelfsprekend. Mathijs koos ook daarin zijn eigen weg, zoals Wachten Op De Klap uit 2010 al demonstreerde. Gruizelig, met randjes en tegelijk soms ontroerend en altijd mooi. Met teksten die ertoe doen. Dat was ook wat hij, met Jeroen Kant, als gedachte zag achter hun gezamenlijke platenlabel, Bastaard Platen. Verhalen vertellen, je meenemen in wat hij wil overbrengen. Dat deed Mathijs al met zijn teksten. En toen was er de pedal steel gitaar.
Het leverde een nieuw perspectief op. Het betekende voor Mathijs het leren spelen met de pedal steel gitaar en zijn wegen en weggetjes ermee vinden. Het mooie daarbij is dat Mathijs in het neerzetten van het geluid heel vrij te werk is gegaan. Door de aard van de opnames, in één keer alles vastgelegd en daarbij gedeeltelijk improviserend, heb je het gevoel dat je met de klanken wordt meegevoerd. Als je daarbij als achtergrond neemt dat fietsen, de beleving van klimmen op het al lang niet meer stalen ros, de ervaring van de kronkels onderweg van het begin van de Télégraphe naar de top van de Galibier, via de afdaling van de Lautaret, de weg van Malaucene of Bedoin naar de top van de Mont Ventoux en weer naar beneden hier muzikaal verklankt zijn, althans in een aantal van de tracks, dan beleef je de muziek van het album intenser nog. De weidsheid van het landschap en de beleving van de grootsheid is erg mooi vervat in de nummers die handelen over de Galibier. Of het nu gaat om de lieflijke opener Col Du Télégraphe, waar je je als fietser, in aanloop naar de Galibier nog ontspannen voelt klimmen, met subtiele klanken van de verschillende instrumenten, het heel natuurlijk overgaan in het tweede nummer, Galibier, die hier muzikaal gezien vooral weids en open overkomt, Mathijs, Marzio Scholten (gitarist), Mischa Porte (drummer) en Mathijn den Duijf (pianist en producer) laten de bergen tot je spreken. Prachtig hoe de subtiliteit van Galibier je het idee geeft van een kabbelend rustig stroompje dat je, vanuit de verte beziet, terwijl het eindeloze en tegelijk zo ruige landschap van de Galibier aan je voorbij trekt. De donkere klanken die even later in het nummer naar voren komen? De lange, vaak door sneeuw omklede, weg naar de top met de laatste steile kilometers aan het einde van de beklimming? De pedal steel gitaar geeft richting, neemt je mee, als een fietser die voor je uit rijdt, niet demarrerend, maar steeds in beeld om je aan op te trekken. Erg fraai.
En dan, Henri Desgrange, wiens beeld op de flanken van de Galibier staat. De stilte van de omgeving van het beeld, de open plek waar het beeld staat. De associaties met de plek zijn wonderbaarlijk terug te vinden in de muziek. Weer subtiel de klanken van de piano van Mathijn en mooi hoe Mathijs de pedal steel laat zweven boven dat alles. Dat zet zich voort in Descente Du Lautaret. De herinnering aan die afdaling weliswaar minder lieflijk dan deze muzikale verklanking, maar als je je de afdaling voorstelt als een naar beneden zweven over de lange flanken van de Lautaret, dan is dit een erg mooie vertaling ervan.
Mont Ventoux is als beklimming en als berg grilliger, ook in de weersomstandigheden aan de top, dan de Galibier. En verdorie, hoe mooi hebben de mannen dat hier muzikaal tot leven gebracht. De pedal steel gitaar vindt zijn weg omhoog naast de gitaar van Marzio, de drums van Mischa en de piano van Mathijn. De pedal steel gitaar als toonbeeld en verklanking van experiment. Het instrument heeft dat in zich. Mathijs heeft met dit album de pedal steel gitaar uit zijn ballingschap binnen de Americana en country gehaald en een eigen plek, een hoofdrol gegeven. Net als je denkt dat je met Mont Ventoux al een hoogtepunt hebt gehoord, word je gevangen door Monseré. Heerlijk hoe de drums van Mischa hier meer dan de achtergrond vormen voor het prachtige samenspel van Marzio en Mathijs. De accenten in het nummer, de swing en groove van Mischa, het is volop genieten.
Er volgen nog vier nummers waarin de beleving van de wielerwereld is verklankt. Woordeloos en waarin tegelijk de muziek boekdelen spreekt. Het is een album dat je, als je open staat voor nieuwe ervaringen, voor de beleving van muziek, zeker moet beluisteren. Het is een album dat je de bergen invoert, dat je de beleving van eindeloos klimmen, van een nooit aflatende koers laat ervaren, een album dat je heerlijk meeneemt, in de beleving van een tocht als wielrenner, van het zien en beleven van de wielerwereld, zonder dat je er ook maar een trap voor hoeft te doen. Als muziek voor jou cinematografisch werkt, dan dit een album dat dat in alle nummers in zich heeft. Met dit album heeft Mathijs grenzen verlegd; niet alleen die van singer-songwriter, ook de grens van de pedal steel gitaar als iconisch instrument voor Americana en country. Neem daarbij het mooie artwork van Janine Hendriks en je kunt spreken van een in alle opzichten prachtig album. Erg mooi!