×

Recensie

Roots

15 mei 2013

Mark Lanegan & Duke Garwood

Black Pudding

Geschreven door: Edgar Kruize

Black Pudding Mark Lanegan Roots 3 Mark Lanegan & Duke Garwood – Black Pudding Written in Music https://writteninmusic.com

Musiceren. Of je leven er vanaf hangt. Mark Lanegan doet het. Non-stop. Zijn nieuwste project is een samenwerkingsverband met Duke Garwood, die de op eikenhout gerijpte bariton van Lanegan van gitaarspel voorziet.

Er gaan legendes over oude blueszangers die hun ziel aan de duivel hadden verkocht. Die traditie heb je amper meer. Maar Mark Lanegan is degene die ‘m in ere lijkt te houden. De brombeer neemt in dusdanig tempo nieuw werk op en reist al zingend in dusdanig moordende schema’s de wereld over alsof de duvel ‘m op de hielen zit en zijn enige redding op deze aarde zijn toewijding aan de muziek is. Misschien is het ook wel zo, wie zal het zeggen. Of het nu als gastmuzikant is (binnenkort weer op de nieuwe Queens Of The Stone Age), solo (verleden jaar nog verschenen zijn Blues Funeral en de kerst EP Dark Mark Does Christmas) of in samenwerkingsvorm (met drinkebroer Greg Dulli bijvoorbeeld, of contrasterend met de engelenvocalen van Isobel Campbell, dan wel met de etherische klanken van Moby zoals recent voor Record Store Day), de discografie is bijna niet bij te houden. Nieuwste release is Black Pudding, een album dat Lanegan opnam met Duke Garwood, die een jaar geleden nog op Blues Funeral te horen was.

Op dit album is het werk muzikaal tot de kale essentie teruggebracht. Virtuoos (en soms opliftend) gitaarwerk van Garwood, her en der wat flarden begeleiding en verder alleen de in het duister om zich heen tastende stem van Lanegan, in liedjes vol hel, verdoemenis, stukgelopen relaties en een roep om verlossing. Nu is dat laatste in het geval Lanegan natuurlijk de rode draad waar hij zich al decennia lang aan vastklampt. Een rode draad die op Black Pudding iets te vaak als hechtmateriaal wordt gebruikt en daardoor beklijft het niet altijd even goed als de meer uitgewerkte albums van deze sombermans. Hoe bezwerend zijn stem ook is, het is lastig de aandacht er de volle twaalf tracks (waarvan de opener en afsluiter instrumentaal) volledig bij te houden. Niet in het minst omdat nummers als bijvoorbeeld het abrupt eindigende War Memorial, het nergens heen gaande Cold Molly en het behoorlijk schetsmatige Last Rung (met erg lelijke fade-out, hebben wel meer tracks last van overigens) als ‘onaf’ aanvoelen.

Daar tegenover staan echter griezelig mooie en onder de huid kruipende tracks als het hypnotiserende Pentacostal, het bijna gefluisterde Sphinx met vleugjes dartelende gitaar die binnen het verder monotone geluid als vlinders rondfladderen en het aan alle kanten van spanning rillende Death Rides A White Horse, waarbinnen bezwerende strijkerspartijen voor een nagelbijtend naar gevoel in je buik zorgen. Juist ja, alsof die duivel je ieder moment kan komen halen…



  1. War Memorial