×

Recensie

Rock

27 november 2020

Mark Kelly's Marathon

Mark Kelly's Marathon

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Uitgebracht door: Edel/Ear Music

Mark Kelly's Marathon Mark Kelly's Marathon Rock 3.5 Mark Kelly’s Marathon – Mark Kelly’s Marathon Written in Music https://writteninmusic.com

De diehard Marillionfans weten het: Mark Kelly is een fanatiek hardloper die graag de fans trakteert op een rondje hardlopen als Marillion, met haar fanatieke fanschare, weer eens voor een van de tweejaarlijkse weekendbijeenkomsten is neergestreken in Port Zélande. Zijn sportieve voorliefde heeft hij nu ook verankerd in een muzikale context: zie hier het debuut van Mark Kelly’s Marathon.

Mocht je nu verwachten dat de bedreven toetsenist een egodocument van deze eersteling heeft gemaakt, dan gaat dit album niet bij die gedachten aansluiten. Wat het album vooral is, is het debuut van een band in wording. Dankzij de coronapandemie vond Mark de tijd om zich nader op muziek te oriënteren voor een album onder zijn eigen vlag; ondanks dat het in deze tijden niet vanzelfsprekend is om als band veel bij elkaar te zijn, kon men wel smeden aan de muziek én kwam er, via digitale wegen, muziek tot stand die nadrukkelijk een bandgeluid laat horen. Het is knap hoe goed dat gelukt is. Zeker wanneer je het einde beluistert van het derde deel van openingsnummer Amelia (13 Bones)  heb je zomaar het idee dat je naar een band tijdens een jamsessie luistert. Heerlijke gitaarpartijen van John Cordy en Pete ‘Woody’ Wood, pompende bas en achtergrondzang van Conal Kelly (neef van), de sprankelende toetsen van Mark, energiek drumwerk van Henry Rogers (bekend van progacts Touchstone, DeeExpus, het eveneens aan Marillion verwante Edison’s Children en recentelijk ook Mostly Autumn) en de mooie samenzang waarin de stem van Oliver “Ollie” M Smith prominent naar voren komt.

Tegen de tijd dat het einde van de volledige Amelia suite zich aandient, hebben we al het nodige meegemaakt. Het nummer verhaalt over Amalia Earhart. Tekstschrijver Guy Vickers (met harmonica te horen in When I Fell) legt in het tekstboekje uit hoe hij tot de tekst kwam; de achtergrondschets verrijkt het album. Shoreline is het openingsdeel van de suite, stemmig, instrumentaal, een beeld schetsend van waar we ons bevinden. In Whistling At The Sea, het tweede deel wordt de vlucht van Amalia samen met haar navigator beschreven. Ontspannen gebracht, de stem van Ollie prominent en als we voorbij de drieënhalve minuut zijn, dient zich eerst een heerlijke gitaarsolo aan die even later gezelschap krijgt van de toetsen van Mark. Het samenspel doet denken aan de jonge jaren van moederband Marillion. 13 Bones bouwt daarna ontspannen op om te eindigen in de climax waar je in de tweede alinea al over las.

Mark heeft met Ollie een voortreffelijke zanger gevonden die er uitstekend in slaagde om de teksten van Guy zanglijnen te geven. Dat komt heel nadrukkelijk naar voren in When I Fell. Gedragen door Ollie en met de instrumenten echt als back-up. In het refrein is de zang meervoudig. Dat geeft een heel andere klank aan de track en de volheid die er dan aan het nummer wordt toegevoegd, maakt het beduidend dramatischer, bombastischer. Het is een kwestie van smaak of je dat mooi vindt of minder geslaagd. De warmte van de stem heeft het in zich om het hele nummer te dragen. Let bij deze track vooral ook op wat er gebeurt in het outro.

Het wat lichtere, misschien wat meer poppy karakter dat de muziek kreeg in het voorgaande nummer, vinden we terug in This Time. Aardig toegankelijk en tegelijkertijd met toch fraaie accenten van de diverse instrumenten. Het is een nummer dat wel blijft hangen; het heeft een prima dynamiek en hier staat de stem van Ollie opnieuw centraal.

Een van de hoogtepunten van het album, met gastrol van een zekere Steve Rothery, gitarist van een niet nader te benoemen progressieve rockband, is het zeven minuten durende Puppets. Toegankelijk op het eerste oog en eerste gehoor maar met de gast in een voor hem typerende solo aan het werk. Liefhebbers weten dan wat ze mogen verwachten. Gitarensolo’s en toetsenpartijen volgen elkaar op in dit nummer en maken het zo tot een echt prognummer. Tegelijkertijd, het toegankelijke karakter blijft behouden en het nummer eindigt ook als een fraai samenspel van de verschillende muzikanten. Wat als de track niet geëindigd was in een fade out?

Met de mannen elk hun bijdrage thuis opnemend én zo hun eigen bijdrage leverend aan de totale productie én met aanvullend engineerwerk verricht door Ollie als de bands eigen Protools specialist, mag het eindresultaat er zeker zijn. De vraag is op welke wijze een externe producer het geheel nog meer punch had kunnen geven: als we bij de afsluitende delen van Twenty Fifty One aanbelanden, staat de stem van Ollie centraal weer inderdaad én daar hoort ie, zeker in Arrival waar hij zich helemaal geeft, maar wellicht had er, juist op die plek, nog meer expressie aan de muziek gegeven kunnen worden. Ik heb er geen enkele twijfel over dat deze band een goed debuut afgeleverd heeft, maar naar mijn beleving had de productie sterker nog gekund. Dit nummer is overigens misschien wel het mooiste van het hele album; tegelijkertijd zou een externe producer hier misschien nog wel meer panache aan de muziek hebben kunnen geven.

De progliefhebbers die dit album beluisteren, zullen met name bij deze suite hun lol op kunnen. Prachtig opgebouwd met heerlijke partijen voor de verschillende instrumentalisten, waarbij ook weer eens duidelijk wordt hoe zeer Mark én ruimte kan claimen voor zijn toetsenspel en tegelijkertijd in dienst van de muziek blijft spelen. Prima gitaristen, een sterke ritmesectie, een zanger met een warme en indrukwekkende stem en een toetsenist, dat snap je wel, die zichzelf al ruimschoots heeft bewezen. Alle ingrediënten aanwezig voor een mooi debuut. En dat is het dan ook geworden. Het album is misschien niet hemelbestormend en conventies doorbrekend, maar het laat duidelijk horen dat deze band voldoende in zijn mars heeft om, op het snijvlak van pop en progressieve rockmuziek de muziekwereld te verrijken. Mark moet vooral zijn ideeën niet nog eens dertig jaren opsparen en moet gewoon ook met deze band doorgaan. Dit is immers niet het neerzetten van het geluid van Marillion met een andere band. Mark laat een ander geluid horen. En op dat terrein kan de band zich zeker onderscheiden: het potentieel is er rijkelijk. Net als collega’s Steve, Steve en Pete moet het mogelijk zijn zo nu en dan inspiratie om te zetten in fraaie muziek buiten die ene band om. Een aanrader voor iedereen die Mark een warm hart toedraagt en van pop met een progressief randje houdt of, juist ja, dat net andersom. Prima debuut.



  1. Amelia
  2. i) Shoreline
  3. ii) Whistling At The Sea
  4. iii) 13 Bones
  5. When I Fell
  6. This Time
  7. Puppets
  8. Twenty Fifty One
  9. i)Search
  10. ii)) Arrival
  11. iii) Trail Of Tears
  12. iv)Brief History