Maas
Vanaf Nu
Thijs Maas en zijn drie begeleiders, samen kortweg Maas, mochten deze zomer aantreden op het folk- en wereldmuziekfestival van Dranouter. Gezien de enorme kwaliteit in België zelf en de grote belangstelling van pop-, folk- en wereldmuziekartiesten om op dit festival in het West-Vlaamse Heuvelland te mogen spelen, kan dat gerust als een erkenning voor zijn talenten worden gezien.
Vorig jaar won Maas (gitaar, zang), samen met Thijs Cuppen op piano, Olaf Meijer op contrabas en Klaas van Donkersgoed op drums ook al de Nekka-wedstrijd voor Nederlandstalige artiesten, die jaarlijks in Antwerpen wordt gehouden. Een goede zet om mee te doen, want als de Vlamingen je een Nederlandse artiest eenmaal in hun hart sluiten, zit je vaak gebeiteld. The Scene, Spinvis en Boudewijn de Groot kunnen er van mee praten.
Maas schrijft jazzy liedjes, met typisch Nederlandse melodieën. Hij toont zich een droogkomisch, bescheiden en beschouwend songschrijver, met oog voor detail, het alledaagse, het kleine en het lullige. ‘Mijn leven is geen film, ik ben geen hoofdpersoon’, zingt hij in Getuige. Valse bescheidenheid natuurlijk; zijn stem en liedjes zijn waar het om draait, al schrijven Cuppen en Van Donkersgoed wel mee. Er wordt geen noot teveel gespeeld, al kan er live wel eens een instrumentale solo af. Deze mannen zijn vermoedelijk thuis in de jazz. In Geen Mens overziet hij zijn lege huishouden na een verbroken relatie en merkt hij het ontbreken van de vrouwenhand op (‘niemand die onnodig de thermostaat te hoog zet (…) geen lavendelkaarsje meer op het toilet’). Maas zet zichzelf neer als een softie van het zuiverste water, zo’n gevoelige man die alle vrouwen willen hebben, maar die ook altijd weer verlaten wordt. Na deze geslaagde, warm klinkende EP is het wachten op een volwaardig album. Dat komt wel goed.