Linda Ronstadt
Live In Hollywood
Na een voorgeschiedenis bij The Stone Poneys, een folktrio met Bob Kimmel en Kenny Edwards, dat vanuit Arizona in Los Angeles belandt, kiest Linda Ronstadt eind jaren zestig voor het solopad. De Texaanse zangeres met Mexicaanse roots is geen songwriter maar grasduint uitvoerig in het folk countryrock en honky tonk oeuvre met Handsome… Home Grown en Silk Purse. Op de derde titelloze langspeler in ‘72 figureert de voltallige line-up van de latere Eagles, naast sessielui van Muscle Shoals. Onder impuls van De Britse in LA gestrande producer Peter Asher en Kenny Edwards aangevuld met de fine fleur van sessiemuzikanten uit LA evolueert La Ronstadt naar meer geraffineerd popgetint werk. Heart Like A Wheel, het eerste alternatieve countryalbum van een vrouw , Prisoner In Disguise en Simple Dreams blijven hoogtepunten.
Ronstadt schakelt met haar markante expressieve timbre moeiteloos over van intimistische country- en popballades naar krachtige rockende uithalen. In de jaren tachtig flirt ze met de opkomende new wave stroming, uit die periode dateert het wat wisselvallige Mad Love dat op 24 april 1980 uitgebreid wordt voorgesteld voor een HOB TV uitzending. Van dat concert werden eerder illegale cd’s en Dvd’s, van inferieure kwaliteit, de wereld ingestuurd. Enkele jaren geleden stelt John Boylan, voormalig producer en manager dat in het imposante, ruim dertig episodes omvattende catalogus van Ronstadt, een live concert ontbreekt, hij zoekt en vindt uiteindelijk de originele master tape.
De zangeres die vocale ondersteuning krijgt van Peter Asher, Wendy Walman en Kenny Edwards is in optimale vorm, dat blijkt vanaf de felle opener I Can’t Let Go. In Buddy Holly’s It’s So Easy haken de gitaartjes van Edwards, Dan Dugmore en Danny Kortchmar wonderlijk in elkaar, ze worden voortgestuwd door de ritmesectie met Bob Glaub en Russel Kunkel, de pianobijdragen zijn van Bill Payne, destijds de toetsenman van Little Feat.
Uit de oorspronkelijke setlist selecteerde Ronstadt haar persoonlijke favorieten. De Costello-cover en titeltrack van Mad Love werden wijselijk geschrapt. I Can’t Let Go, het lekker rollende How Do I make You en de met zweverig snarenwerk opgebouwde Hurt So Bad schitteren naast ouder werk. Een lang uitgesponnen You’re No Good , een strak Poor Poor Pitful Me.
Bovenal het balladewerk met Blue Bayou, het pure Faithless Love van J.D. Souther en Willin’, een emotionele ode aan de nauwelijks een jaar eerder overleden vriend Lowell George van Little Feat , zijn overtuigend, evenals de prachtige ontknoping Desperado waarbij Ronstadts sublieme zang uitsluitend op ondersteuning van Payne’s piano zweeft. Bijna dertig jaar na datum zorgt deze opgewaardeerde concertregistratie voor bijzonder aangename luistermomenten.