×

Recensie

Roots

05 november 2019

Positie 40 Jaarlijst 2019

Lankum

The Livelong Day

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: Rough Trade

The Livelong Day Lankum Roots 4.5 Lankum – The Livelong Day Written in Music https://writteninmusic.com

Doordat artiesten als The Dubliners en The Pogues traditionele Ierse folkmuziek aan de man brengen met als doelgroep de hossende whiskey drinkende feestvierders, bestaat al snel het idee dat het leven zich in Dublin voornamelijk in de kroeg afspeelt. De gebroeders Ian en Daragh Lynch bewijzen het tegendeel. Ze waren al eerder actief onder de naam Lynched, maar besluiten deze in Lankum te veranderen, een wat vriendelijkere en niet luguber klinkende bandsnaam. Met Between The Earth And The Sky maken ze al de nodige indruk, maar de nieuwe plaat The Livelong Day overstijgt alle verwachtingen.

Hoe passend is het om de eeuwenoude instrumenten als de fluit, Ierse doedelzak en viool weer op te poetsen. Voor menigeen beginnen de eerste muzieklessen met het bespelen van de blokfluit. Na het beheersen van de beginselen verdwijnt deze al snel ergens achter in de kast. Natuurlijk zijn de basissongs gigantisch saai en vervelend, en maak je weinig sier met zo’n eenvoudig inspiratieloos stukje hout. Alleen met familiegelegenheden waarbij de gordijnen wijselijk gesloten zijn, wil het aanwezige publiek luidkeels meelallen. Het goed bespelen van een viool vergt zoveel tijd, dat het merendeel zich hier al helemaal niet aan waagt, ondanks de hoge algemene waardering van het instrument. Ook het kostenplaatje van de aanschaf werkt niet in het voordeel.

Deze twee Ieren aangevuld met Cormac MacDiarmada en Radie Peat wekken wel de nodige passie op. In deze samenstelling klinken de nummers een stuk duisterder en onheilspellender. In de sfeer van een heuse Murder Ballad wordt er verbazend sterk met een lange uitgewerkte sensationele versie van het eeuwenoude The Wild Rover afgetrapt. Hierbij vervagen alle eerdere uitvoeringen, en voegen ze een nieuwe dimensie toe aan deze klassieker. Het decadente verloop en levensgeschiedenis van deze eenzame zwerver wordt vanuit de zelfkant verhaalt. Een triest figuur die aan de verlokkingen van alcohol ten onder gaat, en tegen wil en dank als cultfiguur wordt neergezet. Hoe treffend is het dat deze wanhoop door Radie Peat bezongen wordt, die hiermee onbewust in de positie van verdrietig vrouwelijke metgezel kruipt. Vanuit de zijlijn doet ze van deze hulpeloze niet meer te redden persoon verslag.

De prachtige klaagzang wordt door rustig opbouwende Ierse instrumentatie ondersteund. Het roept een eerlijke chauvinistische ontroering op, doordringt van gemeende vaderlands trots. Vaak wordt dit in een negatief daglicht gezet, maar hierbij overheerst juist het thuiskomen en de sterke familiebanden. Het is allemaal grootser van opzet, met een denkbeeldige blik over het uitstrekkende landschap. De wending komt als de hardheid van het stugge ruwe volk met de heftige geschiedenisachtergronden de blijvende littekens in het stevige eindstuk openbaart. Met deze filmische sfeer wordt het slotakkoord van dit onovertrefbare epische hoogtepunt ingeluid. Sterker nog, vanaf nu verbleken alle andere uitvoeringen tot kneuterig kinderspel.

Dan is de rust van The Young People een mooi eerbetoon aan de jeugd en kindertijd. Gepassioneerd verbindt de Ierse doedelzak alle generaties aan elkander. Dit is de pure emotie welke jong en oud raakt. Ook al heb je niks met het Ierse land, dan nog komen vanzelf de tranen in de ogen. Zo mooi allemaal, en eigenlijk niet te verwoorden, dit moet je gewoon ervaren. Het beangstigende Ode To Lullaby is weggestopte bedroefdheid. Het slaapliedje voor de jonge onschuldige nazaat, die nog kennis met de ellende om zich heen moet maken. Zonder woorden maar met onrustige overdracht vecht de warmte een weg terug om in starheid te verzanden. Moeiteloos gaat dit in de kalmte van Bear Creek over, waarbij het verlangen naar het Beloofde Land Amerika terug te horen is. Dansende arbeiders die onder het dek van het schip zichzelf vermaken, en alle ellende afdrinken. Het is stoer en lomp, maar oh zo eigen.

Het benevelde mistige Katie Cruel is het derde hoogtepunt op The Livelong Day. Weer is daar de weemoedige zangeres die dat moedergevoel oproept. De twijfel in haar vocalen krijgt verzachtende tegenspraak van de mannelijke tweede stem. De dieptes vormen zich door de treurnis, schuilend in het rijkelijk gevulde arsenaal aan instrumenten. Ook bij The Dark Eyed Gypsy staan ze bij de Ierse collega’s stil. En ook hier is het ontstaan van de song vrijwel niet te achterhalen. Zoals bij veel muziek is het onbewust in de aderen gekropen om zich standvastig in het bloed te nestelen, om het daar nooit meer te verlaten. Voor eeuwig bewandelen de melodieën en lyrics een weg, met steeds nieuwe volgelingen.

The Pride of Petravore wijkt sterk van de ingezette formule af. Met deze duistere sound belanden ze in de wereld van sages en legendes. Met donkere zagende strijkers stappen we de sprookjeswereld van Midden Aarde binnen. Deze tegen de rock aanleunende track vormt het lelijke eendje binnen het geheel, waardoor het net een stukje van de totale perfectie ontneemt. Donkere folklore die je eerder bij Scandinavische Metal freaks verwacht, al laat de afwisseling wel een aanstekelijke drang tot vernieuwing horen. Ook het openhaard lied Hunting The Wren heeft met zijn droge percussie iets verrassends, al past de rest wel geheel in het totaalplaatje. Het einde is met het magnifieke kerstavond oproepende slotakkoord zo op en top Iers. De grote doorleefde oude eiken staan in statische buiging voor de winterse sneeuwval die de afronding verzorgen.

Lankum maakt een van de mooiste platen van het jaar. Eentje die de verbondenheid van het broederschap en de liefde voor het oude Ierland zo treffend verwoordt. Een geschiedenisles met al zijn facetten. Laat al die hippe folky singer-songwriters maar lekker neuzelen achter hun gitaar, dit is het echte machtige werk.



  1. The Wild Rover
  2. The Young People
  3. Ode to Lullaby
  4. Bear Creek
  5. Katie Cruel
  6. The Dark Eyed Gypsy
  7. The Pride of Petravore
  8. Hunting the Wren