×

Recensie

Rock

26 november 2022

King’s X

Three Sides Of One

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Uitgebracht door: Inside Out

Three Sides Of One King's X Rock 4.5 King’s X – Three Sides Of One Written in Music https://writteninmusic.com

Rocktrio’s, niet altijd even zeer overal bekend, tegelijkertijd zeer vaak op handen gedragen door een zeer toegewijde fanschare. Dat geldt zeer zeker voor King’s X, de band van Doug (dUg) Pinnick (zang en bas), Ty Tabor (gitaar en zang) en Jerry Gaskill (drums en zang). De band heeft een heel eigen en onmiskenbare stijl waarin stevige progressieve invloeden hand in hand gaan met funk, soul, hardrock, blues en koortjes die je soms het gevoel geven dat je in de hemel bent beland.

Vanaf het ontstaan van de band raakten hun teksten zowel aan geloof, aan persoonlijke groei en kwetsbaarheid, tegelijkertijd ook aan  maatschappelijke vragen. Vooral op basis van de teksten die het geloof raakten, werd de band nog wel eens aangezien voor een christelijke rockband. Dat is een label dat naar eigen zeggen van de band niet terecht is. De naam van de band, het aan de man brengen van de albums via Christelijke boekhandels droeg bij aan die initiële beeldvorming. Het waren echter ook die boekhandels die stopten met het verkopen van de muziek van de band toen Dug in 1998 uit de kast kwam. De bandleden hebben zich in elk geval alle gedistantieerd van de Christelijke muziekindustrie, waarbij Dug en Jerry zich ook nog eens expliciet afkeerden van het geloof.

Na een langjarige afwezigheid waar met name gezondheidsproblemen van de bandleden en later de komst van corona debet aan waren, is er nu een nieuw album van het trio. De band stond met het nieuwe album klaar voor een Europese tour maar opnieuw dienden er zich gezondheidsproblemen aan. Om alle ruimte te geven aan herstelmogelijkheden voor Ty ging de Europse tour niet door, maar werden wel concerten in de Verenigde Staten doorgezet. Jammer voor de Europese fans die de band graag weer eens hadden willen zien, maar gezondheid gaat nu eenmaal voor.

Het album gaat er vanaf de start heerlijk in. Eerst even ogenschijnlijke rust en dan mengt Ty zich met zijn gitaar in het klankbeeld. Dreigende aanslag en Jerry valt in met zijn drums. dUg begint te zingen en je vraagt jezelf af was het echt in 2008 dat de band voor het laatst een album uitbracht? Dit klinkt alsof de band niet weg is geweest. Een heavy riff met dUg’s soulvolle stem en, alsof het zo moest zijn, keurig gewacht voor de machtige bas van dUg eveneens deel uitmaakt van het spectrum. De regenbui van Let It Rain stort zich over de gretige grond uit. Zo groovy als maar kan én met die fijne samenzang. Wat hebben we dit gemist!

Flood Pt. 1 opent subtiel met een strijkarrangement waar dUg zich doorheen meldt. Als je het idee had dat Let It Rain al een stevige riff had, deze opening komt nog iets heftiger binnen. Zó! Dat is even laten weten dat je terug bent. Het nummer gaat vervolgens door met typische King’s X koortjes en de cello van Vanessa Freebairn-Smith en viool van Jenny Takamatsu omlijsten de momenten uitstekend.

Daarna is het tijd voor het ontzettend fraaie Nothing But The Truth.  Wederom heerlijke samenzang en een fijne opbouw van het nummer. Het fraaie gitaarspel van Ty, dat ook zeer aanspreekt als hij rustige partijen speelt, de zang van dUg die soms een instrument op zich lijkt en de koortjes, zó kennen we de band van oudsher: het is gewoonweg genieten. En als het nummer dan ook nog eens een wel erg bloedstollend mooie solo van Ty bevat, weet je dat je hier zelfs een van de allermooiste King’s X nummers aller tijden hoort.

Give It Up brengt ons bij een andere kant van het geluid van de band: de vet groovende kant. De riff van Ty, de strakke bas van dUg, het heerlijke spel van Jerry en de groove, de groove, vooral de groove van het nummer.

Hoe mooi de muziek van de band kan zijn, in alle sereniteit en pracht? Luister dan maar naar All God’s Children. De band en religie? Denk daar nog maar eens over na als je de tekst tot je hebt genomen. Ty neemt de leadzang voor zijn rekening en voor je er erg in hebt, ben je met je gedachten bij de eerste albums van de band, Out Of The Silent Planet, Gretchen Goes To Nebraska. Zo waanzinnig goed is dit nummer. Niet teveel over zeggen. Gewoon luisteren. Niet alleen dat nummer, het hele album: het is erg fijn dat de mannen terug zijn.

Take The Time zet de stem van Jerry centraal en laat in zijn akoestische eenvoud nog eens goed horen hoe sterk de band is in zijn koortjes. Ook hier weer met de cello en viool erbij: ja, zo mooi en tegelijkertijd zo eenvoudig kunnen de mannen ook klinken.

Festival is scherp, rockend en lijkt tekstueel een verwijzing naar al dan niet specifieke festivalorganisatoren die zich vooral lijken te bekommeren om de impact van het festival dat ze willen organiseren in plaats van om het welzijn van de bezoekers, “What’s the worst? Maybe somebody dies…” Het is een strak gespeeld en uptempo nummer dat een heerlijke solo van Ty bevat, weer de groovy bas van dUg en het immer strakke spel van Jerry. Luister hier vooral ook eens naar hoe fraai de stemmen klinken als dUg de achtergrondzang pakt terwijl Ty de lead heeft: genieten!

Wat de band door de jaren vaker heeft gedaan, is nummers maken die je niet zomaar kunt categoriseren. Heavy invalshoeken, samenzang, crunchy gitaarwerk, pompende bas, tempowisselingen, misschien hier en daar een bluesinvloed en vooral gáán. Dat hoor je bij Swipe Up. Nee, er zijn niet veel bands die hun nummers zo maken én ook daarin is de band wel uniek. Holidays is gewoon een fijn nummer dat weer gezongen wordt door Jerry. Hoeveel bands hebben zoveel goede zangstemmen in huis? Hoeveel bands kunnen een nummer als dit ook gewoonweg erg fijn laten klinken?

Watcher heeft weer een hoofdrol voor Ty op zang en is ook weer heel herkenbaar als een nummer uit de King’s X canon. Fijne logge riffs, de groovende bas van dUg en weer die samenzang die de band past als een jas. De manier waarop King’s X die samenzang invult zou zelfs dat ene bandje uit Liverpool dat hen daarbij inspireerde, zeer verrassen. De warmte die nummers krijgen door die samenzang, ja, daar kun je simpelweg wel blij van worden. Ook dat weet King’s X te bewerkstelligen.

De laatste twee nummers van het album zijn zeker niet minder te noemen. She Called Me Home, gezongen door Jerry is geïnspireerd door zijn ervaringen op medisch vlak en wordt bekroond met een prachtige solo van Ty. Je wordt er gewoonweg stil van als je bedenkt dat de band er misschien bijna niet meer was geweest. Every Everywhere is de fijne afsluiter van het album en maakt het ook compleet.

King’s X, Ty, Jerry en dUg zijn terug. En ze zijn terug met een knaller van een album. Helder geproduceerd, een perfect melange van heavy, funky, groovy, bluesy, sfeervol en altijd met die prachtige samenzang die de band vanaf hun allereerste begin in hun geluid inbedden. Alle kenmerkende aspecten van de muziek van de band zijn aanwezig op het album, van de stratosfeer doorklievende logge riffs van Ty, de gloedvolle zang van dUg, de groove van het funky en heavy soulbeest dat King’s X ook kan zijn, de vaak fijngevoelige partijen van Ty én zijn prachtige solo’s waarvan die in Nothing But The Truth misschien wel zijn allermooiste ooit is, zang van alle drie de mannen en fijne composities. Terugkomen met zo’n album is niet alleen een muzikale meesterzet, het is ook het weer aan het hart drukken van een trio dat we veel te lang hebben gemist. Topplaat!



  1. Let It Rain
  2. Flood, Pt. 1
  3. Nothing But The Truth
  4. Give It Up
  5. All God's Children
  6. Take The Time
  7. Festival
  8. Swipe Up
  9. Holidays
  10. Watcher
  11. She Called Me Home
  12. Every Everywhere