King Kobra
II
Na Ready To Strike en Thrill Of A Lifetime duurde het bijna vijfentwintig jaar tot een King Kobra reünie in 2011. Dat album leverde een paar aardige nummers op, maar was zeker niet de kraker waarop menig fan had gehoopt. Twee jaar later proberen zanger Paul Shortino (ex Rough Cutt, Quiet Riot), gitaristen Mick Sweda (ex Bullet Boys) en David Michael-Philips (ex Lizzy Borden), bassist Johnny Rod (ex WASP) en drummer Carmine Appice (ex Vanilla Fudge, Cactus, Blue Murder) het opnieuw.
Het album heet simpelweg II en bevat net als de voorganger klassieke jaren zeventig en tachtig hardrock in het straatje van Bad Company, Free, Y&T en UFO. Stevige melodieuze hardrock die lekker in het gehoor ligt en soms zelfs swingt. Het is allemaal al duizend keer gedaan, maar door de soulvolle vocalen van Shortino en het sterke snarenwerk is het zeker geen straf om dit album te beluisteren. Door de goede productie en een vleugje moderne techniek klinkt de band niet belegen. Die oude Carmine Appice (66 inmiddels) trommelt er nog lustig op los. Het songmateriaal op II is wat gevarieerder dan op de voorganger in zowel lengte (Deep River klokt bijvoorbeeld bijna 8 minuten) als snelheid. Hoogtepunt is zonder twijfel het stampende Don’t Keep Me Waiting dat zo op een van de twee Rough Cutt albums uit de jaren tachtig had kunnen staan. Fijn om te horen dat Shortino (60) nog altijd kan vlammen. Aanbevelenswaardig zijn ook het Van Halen achtige (het intro is David Lee Roth ten voeten uit) The Ballad Of Johnny Rod en Knock Them Dead dat zo uit de koker van Mötley Crüe lijkt te komen. Kortom geen prijs voor originaliteit, maar wel verplichte kost voor liefhebbers van melodieuze hardrock uit bovengenoemde periode.