King Buffalo
Acheron
Na het ronduit fantastische Part One, The Burden Of Restlessness, van medio 2021, zijn we nu hoe dan ook opvolger Acheron een wat late, maar even geestdriftige review verplicht. Acheron, het eind 2021 verschenen tweede deel van King Buffalo’s stonertrilogie, drieluik dat ze al in zijn geheel samenschreven tijdens de vroegste lockdowndagen. Want ja jongens, het is hier toch wel echt weer van dattum. Dit even pure, hoogsierlijke Acheron, met hoes in de narcotiserende sixtieskleuren van King Crimson’s meesterwerk, schreeuwt gewoon opnieuw om een veertig minuten durende atmosferische inlevingsroes. Dat Acheron dan bovendien live kon worden opgenomen in een grot, de Howe Caverns in de staat New York, maakt het project alleen nog hoorbaar indrukwekkender. Zowaar een technisch en productioneel huzarenstukje wat deze zelfverklaarde heavy psych rockband ermee klaarspeelde. Alles met z’n drieën, King Buffalo, zanger-gitarist Sean McVay, Dan Reynolds op bas en synths, Scott Donaldson op drums en percussie.
Klaterend water, sereen galmende, vloeiend hernemende elektrische beginnoten… Straks valt hier nog een dromerig The War On Drugs in! Neen, na de ingetogen inzet komt met spaarzame drums langzaamaan McVay’s klinisch declamerende stem tot ontwaken. Net zoals het op de plaat overvloedig aanwezige water drijft Acheron – de song – echoënd naar de Onderwereld, de duistere Acheron, Grieks mythologische, onderaardse rivier. King Buffalo’s mediterende dodenmars begeleidt in één lange psychedelische trance, zwevend, afgestorven zielen die de mythische Veerman meevoert naar het nevelige Hades. Dit geweldige Part Two van het heuse stoner-epos is in al zijn melodieuze repetitiviteit al direct weer helemaal op dreef, opzwellend, vol subtiele details, in een steeds muterend sonisch universum. Vier creatieve, eigenlijk zelfs gezellige, zo zuiver klinkende jams die je ondanks de vaak drukkende groove, ondanks de spanning en onrust, meanderend meenemen in een unieke, warme psychedelische trip.
Het kabbelend rivierwater uit de grot maakt dat alle songs mooi in elkaar overvloeien. Het zijn machtige melancholische composities van gemiddeld tien minuten, met elk een eigen chemie waarvan de ideeën als water opkomen en weer gaan en toch altijd spitsvondig blijken samengegoten. Nee, met King Buffalo horen we geen leerling-tovenaars apestoned uitzwermend aan het werk. Ze hebben hun zaakje goed in de hand en zetten hier iets voor je op wat uitgebanceerd, perfect gestuurd en af is. Net zo de vlekkeloze productie en als toetje de intense verfilming van de making of van Acheron in de diepten van hun grot.
In Zephyr komen doorheen de duistere spelonken de meer intense, psychedelische walls of sound aanwaaien, net als Zephyrus, Griekse god van de Westenwind. Majestatische zangpartijen, ingeleid door weer ingenieus drumwerk, heavy gelardeerd met die bedwelmend weidse riffs en solo’s van gitaren die de sound van vroege (psychedelische) rockbands lieflijk omarmen.
De sublieme spannende ritmiek van Shadows, behoedzaam traag voorttrekkende, krullend betoverende muzieklijnen Gehavend schip op drift, onzeker zijn weg zoekend langs als schaduwen teisterende oevers van opzwepende gitaren, duizelig makende syntheziser en sixtiespercussie bij wijlen refererend aan Iron Butterfly’s In-A-Gadda-Da-Vida. Het finale Cerberus beangstigt. Want daar aan dat eindpunt, aan de ingang van de onderwereld zit de impressionante driekoppige waakhond Cerberus, die houdt er dreigend de levenden op afstand, belet er de doden te ontsnappen. Desoriënterend, kakofonisch golvende sirenenoten, gedoseerde stonerexplosies tussen zeeën van riffs en rocksolo’s. King Buffalo veroorzaakt dan wel geen verwoestende tsunami’s, maar hun rivier zit vol sinistere draaikolken.
Met dit magisch Cave Album herschrijven ze zowat Pink Floyd in zijn meest kosmische periode. Na de scherpte van The Burden Of Restlessness, etaleren ze hier verbluffend een andere, even toegankelijke kant van hun stijl, met ruimtelijke soundscapes vol reverb van prachtig weerkaatsende gitaren, die geduldig stromen als water en met een episch verhaal dat uitnodigt om je er zowel muzikaal als emotioneel in onder te dompelen.
Met instrumentale virtuositeit en vernuft voor prachtige complexe structuren zet King Buffalo zich zomaar op de kaart als een van de grote verrassingen van 2021. Het bewijst in de ontwikkeling van zijn opzienbarende triptiek geen band te zijn als vele andere. Integendeel met dit talent en al die geestverruimende creativiteit schiet het trio in grandeur resoluut door naar de hoogten van hun voorbeelden als Pink Floyd. Noem Acheron dus voortaan gerust maar hun eigenste Dark Side Of The Cave.
Maar inmiddels is het andermaal vol ongeduld wachten tot ergens in februari 2022, op hun nieuw saucerful of secrets, King Buffalo’s derde kom vol secreten. Na al wat voorafging moet Part Three van dit steeds in progressie toenemende, onvoorspelbare King Buffalo hun kers op de taart worden.
Laat er dus zolang alsjeblieft geen Adèle zijn om nog roet in het eten te gooien.