Khruangbin
Con Todo El Mundo
Het Texaanse trio Khruangbin maakt grotendeels instrumentale muziek, met minimale middelen en een kale uitwerking. Slechts af en toe een accentje van orgel of percussie. Bassiste Laura Lee, gitarist Mark Speer en drummer Donald DJ Johnson hebben namelijk niet meer nodig dan een boeren schuur in “the middle of nowhere” van Texas, een producer/engineer, een studio set-up en simpelweg elkaar. Geen ingewikkelde effectpedalen, geen studio trucage of het opstapelen van meerdere lagen: Nee, inpluggen en spelen. Dat ze in een korte tijd al tot een dergelijk eigenzinnig geluid zijn gekomen dat met geen andere band of genre te vergelijken valt is zeer bijzonder. Het zit hem al in de bandnaam, Khruangbin, die vrij vertaald “vliegtuig” betekend in het Thais. Thaise casette tapes vol funk en psychedelische rock is dan ook een gezamenlijke passie als ze tezamen lange roadtrips doen door Amerika. Die invloed hoor je op hun debuutalbum erg duidelijk, waardoor surfrock en Texaanse broeierigheid een “werelds” tintje meekregen. Soms werd er gezongen, maar die zang klonk meer als extra instrument, vol “ooohs” en “aaaahs”. Het draait hier voornamelijk om de muziek, die zang is er enkel voor subtiele accenten en het bijdragen aan de sfeer. Nu getoerd te hebben in andere plekken dan Amerika, waaronder ook veel in Europa, worden ook die muzikale invloeden opgenomen in hun bloed. Zo is Khruangbin een spons, die vooral goed luistert en om zich heen kijkt, terwijl ze show na show spelen en de roadtrips nog steeds voorzien van de meest uiteenlopende (wereld)muziek. In korte tijd zijn ze dan ook zelfs in Nederland al behoorlijk populair geworden.
Dat ze op nieuw album Con Todo el Mundo wederom andere facetten van de wereldmuziek belichten is dan ook geen verrassing. Deze invloeden zijn altijd het meest duidelijk te horen in het gitaarspel van Mark Speer. Zo klinkt een Arabisch sfeertje door in de opener Cómo Me Quieres. Maria También schuift vervolgens op naar een flink funky geluid. Die wereldse invloed domineert op dit album en verschuift telkens van Arabisch, Afrakaans, Indiaas, Mexicaans. Khruangbin zet die invloeden altijd zeer subtiel in, zonder dat het te opzichtig of cliché wordt. De typische Texaanse broeierigheid schijnt ook altijd helder door, dat terwijl de band te melden had dat het tijdens de opnames steenkoud was in de studio. Toch klinkt het op alle tijden klam en zonnig. De bas van Lee haalt de invloeden vooral uit dubmuziek en funk, terwijl de drums van Johnson de boom-bap beats van hiphop oproept. Toch, zelfs zonder de bijzondere studio trucjes word er nog gespeeld met de dynamiek; zo krijgt elk instrument de ruimte om te stralen. Het ene moment klinken de drums dominant door, terwijl later de dubby bas naar de voorgrond gaat en weer later de gitaar het overneemt. Zo klinken ze duidelijk als ene hechte band, maar is er altijd ruimte voor een individueel moment. Terwijl dat ondertussen nooit ten koste gaat van het “liedje” en de zorgvuldig neergezette sfeer. Echt een gestructureerd basisgeluid heeft dit album niet. Als het trio op zijn langzaamst speelt gaat het richting zwoele RnB en soul, die liedjes kunnen zelfs gezien worden als romantische “schuifelmuziek”. Dan komt er op Evan Finds the Third Room opeens keiharde disco funk langs en bij Rules bevinden we ons in een broeierige Mexicaanse roadmovie
Alles bij elkaar wordt er wederom een geluid gecreëerd dat niet aan een bepaalde plek, sound of genre valt te linken, onvergelijkbaar is en steeds verrassende wendingen heeft. Belangrijker nog is dat Khruangbin altijd warm, relaxed en soepel klinkt; het geluid van een band die er constant plezier in heeft en moeiteloos speelt met invloeden en sferen om vervolgens bij een zeer eigenzinnig en niet te vergelijken bandgeluid uit te komen. Heerlijk.