Kelley Stoltz
Ah! (Etc)
De in 1971 geboren Kelley Stoltz uit het Amerikaanse Birmingham is te jong om de opkomst van de postpunk bewust mee te maken. Als hij zich in zijn puberjaren in deze stroming verdiept zijn veel bands al groot en meer mainstream. De invloed van de psychedelische sixties, seventies glamrock en vooral de mysterieuze new wave vormen de basis van zijn solowerk. Net voordat 1999 de ogen sluit en het stokje aan de 21e eeuw overgeeft legt hij de laatste hand aan zijn eersteling The Past Was Faster, een plaat waarvan de uiteindelijke geboorte pas twee jaar later plaats vindt.
Ondertussen werkt Kelley Stoltz hard aan Crockodials, een lo-fi coveralbum uit 2001 waarop hij de nummers van het Echo & The Bunnymen debuut onder handen neemt. Zijn sprankelende gitaarspel wordt door de normaal zo kritische jeugdheld Will Sergeant zeer goed ontvangen. Een waardering die hem uiteindelijk zelfs de veelzeggende rol als voorprogramma oplevert. Een paar jaar later betreedt hij als tweede gitarist gelijktijdig met deze grijze vleermuizen tijdens de 2016-2018 tournee van Echo & the Bunnymen het podium, waarmee een lang gekoesterde onbereikbare droom uitkomt. Als vriendschappelijk gebaar en bedankje voor de geleverde diensten schikt de Echo & The Bunnymen gitarist Will Sergeant zich in de rol van gastspeler op de laatste studioplaat Ah! (Etc) van de over productieve Kelley Stoltz, die buiten de vele liveregistraties en EP’s hiermee al zijn zoveelste wapenfeit aflevert.
Het door dikke postpunk baslijnen onderstreepte strak funkende The Quiet Ones wordt vakkundig door zijn subtiele rond dwarrelende gitaarakkoorden ingekleurd, die er als een vallend herfstbladerendeken een verstikkend laagje psychedelica overheen leggen. Die funk geeft later aan het misleidende She Likes Noise met lichtelijke aanstekelijke maniakale surfpunk gekte een dansbare draai. Met de springerige retropunk Team Earth douche, de ruwere catchy Dodged a Bullet postpunk en de vragende zang in de dromerige eighties merseyseat invloeden van Never Change Enough geeft vervolgens Kelley Stoltz zichzelf bloot aan de andere decennia’s. Cold grijpt met de rammelende gitaarakkoorden al verder terug in de tijd, waarbij de overkoepelende duistere Velvet Underground schaduw als goedkeurende Big Brother een oogje in het zeil houdt.
De jaren zestig Paisley Underground invloeden van Some Other Time blijven dicht bij zijn Amerikaanse achtergrond. Sterker nog, het voelt zelfs zo vertrouwelijk aan, dat hij hiermee de generatie van zijn ouders lijkt te eren. Een mooie bevlogen ontwikkeling die nogmaals zijn veelzijdigheid benadrukt en bevestigd dat zijn inspiratievelden minder kortzichtig zijn dan de indruk die hij op de eerste Ah! (Etc) helft achterlaat. Blijkbaar werkt het zo bevrijdend dat hij met gemak overduidelijk de geleende samenzang uit I Feel Free van Cream in de prachtige bluessong Moon Shy citeert, waarbij het psychedelische Floydiaanse progrock staartje en de indrukwekkende gesproken woorden van de op een andere wijze inzetbare Will Sergeant het vocaal helemaal afmaken.
Ook het slaapwiegende geestverruimende Darkness Too heeft dat druggy Zomer van de Eeuwige Liefde gevoel. Heerlijke militaire gitaarsalvo’s onderbreken het luie dromerige met emotionele diepgang gespeelde Chasing The Lights waar nog eventjes die bijtende punksneer aan vastgesnoerd wordt. De ritmische Tomorrow bubblegumsound is net te gemakkelijk scoren, maar zorgt wel voor die zonnige stimulans die de afgelopen zomer zo afwezig is. Iets wat het onverschillige country rockende Having Fun nogmaals benadrukt. Wat hebben we dit gemist zeg! En wat bewijst Kelley Stoltz de hedendaagse postpunk generatie een dienst door verder dan het deprimerende toekomstbeeld te kijken. Zo, dit hebben we net eind dit jaar nodig!