John Prine
The Tree of Forgiveness
In mijn uitgebreide, exclusief aan singer -songwriters en andere persoonlijke favorieten voorbehouden platenkast, huist het repertoire van John Prine naast Alan Price en countrylui als Ray Price en Charley Pride vlak bij het vroege werk van Pure Prairie League, Elvis zit eveneens in de buurt. Ik overweeg om Prine te verhuizen, dichter bij zijn betreurde vriend Steve Goodman, naast Cohen en Dylan.
Als er iemand een plaatsje naast die iconen verdient is het wel John Prine. In de vroege jaren wordt de voormalige postbode als jonge troubadour samen met zijn goede vriend Steve Goodman in het folkcircuit van Chicago gesignaleerd. Kris Kristofferson, een notoire fan, introduceert Goodman bij Paul Anka die zo bij het Buddalabel verzeilt en helpt Prine aan een platendeal bij Atlantic. De twee vrienden blijven overigens samenwerken op hun respectievelijke solowerk.
Het titelloze debuut met Hello in There, Sam Stone, het befaamde epos over een drugsverslaafde Vietnam en het exquise Angel From Montgomery. Ook de eveneens onder hoede van Arif Mardin tot stand gekomen opvolgers Diamonds In The Rough en Sweet Revenge bevatten songwerk dat op een briljante melange van spitse humor en melancholie zonder in gratuit sentiment te vervallen. Prine is een folkman die als het nodig is een flinke snuif country, bluegrass of rockabilly in zijn repertoire verwerkt, getuige Pink Cadillac, Storm Windows en Aimless Love.
In de eerste helft van de jaren tachtig raakt hij zijn platencontract kwijt en verliest zijn compagnon de route Goodman de strijd tegen leukemie. Prine’s platenwerk op zijn Oh Boy-label is voortaan verkrijgbaar via postorder. Hij overleeft met de royalities van covers van zijn werk door Bonnie Raitt, Bette Middler, The Everly Brothers en Johnny Cash.
In de jaren negentig komt hij terug volop in de running met The Missing Years en Lost Dogs & Mixed Blessings. Tijdens de opnamesessies van In Spite Of Ourselves, een duetalbum met coutyladies als Lucinda Williams, Connie Smith, Emmylou Harris, Trisha Yearwood en Iris Dement, wordt Prine met kanker geconfronteerd, na de succesvolle behandeling worden de opnamesessies afgewerkt. In 2000 volgt Souvenirs met herwerkte versies van zijn ouder werk en vijf jaar later is er na nieuw werk met Fair & Square. Na For Better,Or Worse een tweede duetplaat met illustere diva’s als Alison Krauss, Lee Ann Womack, Amanda Shires, Miranda Lambert en opnieuw Iris Dement in een glansrol.
Dement is er niet bij op The Tree Of Forgiveness maar Amanda Shires en Jason Isbell verzorgen naast de harmony zang van Brandi Carlile de vocale backing en leggen fijne accenten met fiddle en elektrische gitaar, dat doet ook Dave Cobb met akoestische gitaar en mellotron. De gerenommeerde producer begeleidt de sessies in RCA Studio A in Nashville. Op de eerste plaat met nieuw materiaal van Prine in 13 jaar werkt de songsmid samen met Pat Mclaughlin. Die gereputeerde, onvolprezen Nashville veteraan flankeert Prine al sinds de jaren negentig en wordt in zowat de helft van de tracks als co-auteur vermeld. Knockin On Your Screen Door en de ragtime Egg & Daughter Nite, Lincoln Nebraska, 1967, een milde reflectie op lang vervlogen tijden, sporen in een ietwat gezapige Mid Westen attitude op de vertrouwde folktracks.
Als Prine en Mclaughlin het gezelschap van Dan Auerbach aan de schrijftafel krijgen, resulteert dat in Caravan Of Fools, en Boundless Love, niet bepaald vrijblijvende verhalen noch liedjes om hulpeloze oudjes in het rusthuis te behagen. Niet alle songwerk op The Tree Of Loneliness is recent, God Only Knows, niet te verwarren met de gelijknamige Beach Boys klassieker van Brian Wilson, ligt al sinds ’77 stof te vergaren, Prine componeerde het nummer destijds samen met Phil Spector.
De wonderlijke verstilde ballade Summer’s End die teder terugblikt naar en Lonesome Friends of Science behoren zonder meer tot de grand cru catalogus van de songsmid. Na een eerdere confrontatie met de ziekte overwon hij in 2013 longkanker ”When I get to heaven “, zingt hij in de niet van humor gespeende gelijknamige song. Hopelijk is dat alsnog iets te voorbarig voor deze markante storyteller die anno 2018 nog lang niet uitgepraat lijkt.