John Doe
The Westerner
John Doe gooit in de jaren tachtig hoge ogen met de vanuit Los Angeles opererende punkrockformatie X. Doe hanteert er de baskoorden en zit aan de schrijftafel met frontvrouw en hartsvriendin Exene Cervenka, het paar levert nagenoeg het integrale oeuvre aan. Halverwege de jaren tachtig is het sprookje over. Na de scheiding blijft Doe samenwerken met Cervenka , niet alleen met X maar ook met het akoestische zijproject The Knitters waarvan ook Dave Alvin deel uit maakt.
Sinds Doe in 1990 als soloartiest debuteert met het lichtjes fantastische Meet John Doe evolueert hij na een stevig rockende Kissing So Hard meer in de richting van tijdloze roots-en countryrock met langspelers als Dim Stars, Bright Sky en A Year In The Wilderness. Na het zijsprongetje met The Sadies op Country Club, een puike collectie uit het klassieke countryrepertoire, komt Doe aanzetten met Keeper, zijn sterkste werk sinds het solodebuut.
Doe was al dichter vooraleer hij het als songwriter probeerde en dat klinkt meer dan ooit door in The Westerner een aan Michael Blake, auteur van Dance With Wolves en prominent activist voor de Indiaanse zaak, opgedragen werkstuk. Doe zoekt zijn oude, zieke vriend op in Tucson waar de opnamesessies in de befaamde Wave Lab Studios plaats vinden. Nauwelijks enkele uren later, krijgen Doe en medeproducer Howe Gelb in de studio het bericht van Blake’s heengaan. Een gebeurtenis die ongetwijfeld sporen nalaat.
“Get on board this train “ vraagt Doe in de rauw rockende opener met een losgeslagen orgeltje in de hoofdrol. Een verzoek waaraan we niet kunnen weerstaan. Doe was al met gedichten bezig voor hij zich aan songteksten waagde en naast de typische weidse woestijn sound is het poëtische aspect meer dan ooit aanwezig. Vooral in het meer reflectieve werk dat de tweede helft vult. Het melancholische Alone In Arizona met bevreemdende combinatie van akoestisch en twangend gitaarwerk en bovenal Sweet Reward en The Other Shoe getuigen van grote klasse.
Overigens heeft Doe zijn wilde punkrock periode nooit verloochend, dat blijkt in My Darling, Blue Skies, een verbeten, hypnotische boogie waarin betrokkenheid met de verjaagde oorspronkelijke bewoners van zijn land doorklinkt. In het stampende Drink Of Water laat deze ‘oude man’ het vuur nog hoog oplaaien, als Debbie Harry dan nog even bijspringt in Go Baby Go. Het epische Rising Sun sleept je mee naar een beklemmende, psychedelisch getinte apotheose. Doe was altijd al een van de boeiendste storytellers in rockland en blijft dat ook in de herfst van zijn leven.