Joe Perry
Sweetzerland Manifesto
Dat het geheel af en toe meer is dan de som der delen wordt weer eens bewezen door Joe Perry’s nieuwe soloalbum. De laatste, toch niet heel sterke plaat van Aerosmith is namelijk stukken beter dan de (country)soloplaat van Steven Tyler en deze rockplaat van Joe Perry bij elkaar. Sweetzerland Manifesto is Perry’s zesde soloplaat en veruit zijn zwakste. Nu is Perry is Nederland niet zo’n bekende naam, maar in de Verenigde Staten heeft hij door zijn verdiensten bij Aerosmith een status die vergelijkbaar is met die van Keith Richards hier.
Rumble In The Jungle, vernoemd naar het beroemde boksgevecht tussen Ali en Foreman in Zaïre (nu Congo) in 1974 is een nietszeggend instrumentaaltje dat oerwoudgeluiden mengt met drumpartijen en wat gitaarwerk. De navolgende stamper I’ll Do Hapiness met zanger Terry Reid is een stuk vermakelijker; een lekkere riff van Perry en een catchy refrein zorgen ervoor dat het nummer dagen later nog in je hoofd zit.
Vanaf het derde nummer gaat het echter bergafwaarts. Aye, Aye, Aye met zanger Robin Zander (Cheap Trick) is nog wel onderhoudend, maar I Wanna Roll en Sick & Tired zijn zouteloos en ongeïnspireerd. Nog beroerder is de suffe shuffle Haberdasher Blues die zelfs bij de eerste luisterbeurt al uitnodigt om halverwege op de >> button te drukken. Spanish Sushi slaat de plank ook al mis en is net zo flauw als de titel suggereert. De P.F. Sloan cover Eve Of Destruction zingt Perry zelf en net als bij Richards is dat niet zo’n goed idee want zijn vingers zijn pittiger dan zijn stembanden. De laatste nummers zijn eigenlijk het noemen niet waard.
Het is een beetje treurig als dit Perry’s laatste wapenfeit zou zijn. Hopelijk hervindt hij zijn inspiratie en levert hij nog een vlammend album af met Hollywood Vampires (met Alice Cooper en Johnny Depp) of met zijn vier kornuiten uit Boston. Naar verluidt zijn Brad Whitford en Joe Hamilton wel in voor een back-to-roots afscheidsalbum.