Joe Bonamassa
Blues of Desperation
Joe Bonamassa heeft zichzelf overtroffen. De laatste jaren leek de hardwerkende bluesgitarist even ten onder te gaan aan de zijn eigen succes. Voorspelbaarheid en over-exposure lagen continue op de loer. Met Blues Of Desperation bewijst Bonamassa dat zijn criticasters het bij het verkeerde eind hadden want hij levert tamelijk onverwacht het meest gevarieerde album uit zijn carrière af. Een van de belangrijkste redenen daarvoor is een truc van vaste producer Kevin Shirley. Hij introduceerde een nieuwe drummer waardoor Bonamassa zich minder op zijn gemak voelde. De gitarist kon niet blind varen op zijn vaste begeleidingsband, maar moest een tandje bijzetten.
Meteen op de eerste twee nummers valt het imposante drumwerk op. Het lijkt wel of John Bonham uit de dood is opgestaan om deze plaat in te spelen. Opmerkelijk is ook dat het refrein van Mountain Climbing niet past in het ritme, twee woorden van een lettergreep hadden veel beter gepast. Het derde nummer heet Drive en is een regelrechte verrassing. Het klinkt als Chris Isaak in zijn topdagen met het onheilspellende karakter dat herinnert aan de eerste True Detective serie. Een juweeltje in het immer uitdijende oeuvre van Bonamassa. Op No Place For The Lonely horen we meer toegankelijke blues compleet met achtergrondzangeressen en een lange, imposante solo. Hoogtepunt is het titelnummer dat een riff en melodie heeft zoals Jimmy Page die dik veertig jaar geleden uit zijn mouwen schudde. Voeg daarbij het loodzware drumwerk en het nummer klinkt als Engeland’s meest beruchte rockband. De rest van het album is net zo afwisselend en bevat stevige rockers (Distant Lonesome Train), een melancholische ballad (What I’ve Known For A Very Long Time) en een nummer dat klinkt alsof het in de roaring twenties in Chicago is geschreven (Livin’Easy).
Met Blues Of Desperation stelt Bonamassa zijn troon in het bluesrockgenre weer veilig. Hij levert een prachtig album af dat menig rondje op platenspelers en cd-spelers zal spinnen. We kunnen alleen maar hopen dat Shirley bij de volgende opname hem weer het vuur aan de schenen legt.