Joan Shelley
Joan Shelley
Joan Shelley, eerder actief bij Maiden Trio, werkte samen met Joe Manning. Recent dook ze nog op aan de zijde van Daniel Martin Moore op Golden Age. Shelley is afkomstig uit Kentucky met haar warme, honingzoete stembuigingen meandert ze van het diepe zuiden naar de Westkust en Laurel Canyon. Op haar solowerk figureren wel eens leden van My Morning Jacket en illustere streekgenoot Wild Oldham maakte zijn opwachting op de schitterende voorganger Over and Over. Het blijft vooral de immer aanwezige gitarist en folkarchivaris Nathan Salsburg die als vanouds een niet te onderschatten rol vervult.
Met Salsburg reisde Joan afgelopen winter naar Chicago af en verbleef enkele dagen in de studio van Jeff Tweedy. De frontman van Wilco is te horen op bas en elektrische gitaar terwijl zoon Spencer de percussie verzorgde, ook James Elkington (piano, dobro) is van de partij. Tweedy weet de instrumentatie tot spaarzame accenten te beperken en waakt er angstvallig over om het songwerk en de interactie tussen de verfijnde fingerpicking van Shelley en Salsberg te vrijwaren.
Dat lukt wonderwel, vanaf de eerste song We’d Be Home komen we in een apart, bijzonder universum terecht dat de wortels blootlegt van de destijds in de Appalachen verzeilde Ieren. Het bluesy I Got What I Wanted leunt op een donkere dreigende southern feel terwijl bij If The Storms Never Came niet alleen de instrumentatie terugvoert naar de gloriedagen van Fairport Convention . De hemelse zang herinnert sterk aan een jonge Sandy Denny en I Didn’t Know heeft eveneens een onweerstaanbare universele folkfeel.
In een prachtige dromerige lovesong als Where’I’ll Find You met subtiele verwijzingen naar de zee en de verstilde Even Though toont Shelley haar intrinsieke klasse die haar werk optilt tot het niveau van illustere diva’s. De dromerige ballade Pull Me Up One More Time en Wild Indefference dragen bij om dit naamloze pareltje na de schitterende voorganger als betere, tijdloze luisterfolk te catalogiseren. In de afsluiter Isn’t That Enough vraagt de zangeres het zelf. Wat ons betreft volstaan de 34 minuten ruimschoots, zeker nu het vertrouwde vinylformaat weer helemaal terug van (zeker voor mezelf) nooit helemaal weggeweest.