Jason Ringenberg
Stand Tall
Jason Ringenberg had zich al verzoend met het idee dat zijn muzikale glorieperiode voorbij was. In 2010 was er nog een aangename verrijzenis van Jason & The Scorchers met Halycon Time, Ringenbergs soloproductie stokte ruim veertien jaar geleden met Empire Builders. Zingen voor kinderen als Farmer John en ondertussen zijn boerderij draaiende houden is ondertussen de hoofdzaak, de behoefte om met nieuw songwerk uit te pakken was verdwenen.
Ringenberg gaat wel in op de uitnodiging van een Amerikaanse boswachter om een tijdje in Seqoia National Park te resideren. In een blokhut in de buurt van Sierra Nevada met zicht op de besneeuwde bergtoppen, komt de inspiratie terug en wellen de songs op. Jason trommelt oude gabbers Tom Miller en Gary Gibula, destijds de ritmesectie in zijn vroegste schoolbandjes op. Versterkt met good folks uit Illinois resulteert dat in geïnspireerde sessies in de Misunderstudio.
De titeltrack opent de score, uitgebreid met fiddle, howls en de baritongitaar van Richard Bennet wordt meteen een machtige westernsfeer gecreëerd. Met de potige countryrock Lookin’ Back Blues zijn we helemaal terug in het Scorchers tijdperk, zo’n drinkin’ sing along als Many Happy Hangovers To You past eveneens naadloos in het vertrouwde repertoire.
In God Bless The Ramones gaat het er nog wat onstuimiger aan toe op stevige punkrock patronen. Ongemeen agressieve pedal steel attacks drijven het tempo op en de onvermijdelijke ‘Gabba Gabba Hey!’ kreten ontbreken evenmin als er niet zonder enige ironie herinneringen opgehaald worden aan de Texaanse tour in ’82. De song kwam naar verluidt tot stand in de schaduw van de Colonel Charles Young, een imposante woudreus. John Muir Stood Here refereert naar de Schots Amerikaanse natuurvorser en notoire voorvechter van de natuurbescherming en het Seqoia woud. Een ode die in een met gierende slides aangedreven punkrocker verwerkt wordt.
Ringenberg snijdt ook enkele covers aan, Jimmie Rodgers’ Hobo Bill’s Last Ride toont aan dat hij het jodelen nog niet verleerd heeft maar weet evenals de interpretatie van Dylans Farewell Angeline eerder matig te bekoren. De kracht van Stand Tall schuilt bovenal in Ringenbergs eigen werk en daar horen ongetwijfeld ook het lichtjes galopperende John The Baptist Was A Real Humdinger bij. Een onvervalste honky tonker die in Nashville met hulp van Fats Kaplan tot stand kwam evenals het op marsritme evoluerende I’m Walking Home. Met of zonder hulp van zijn oude vrienden, Jason Ringenberger is helemaal terug, nu nog op het vliegtuig geraken.