Jack Garton
Original Skin
Het verhaal van Jack Garton ontrolt zich in Canada, meer bepaald in British Columbia steekt hij een en ander op van legendarische folklui als Geoff Berner en Dan Bern. Daarnaast heeft hij een bijzondere voorliefde voor doo-wop en rockabilly. In zijn solowerk, dat de laatste tijd Garton’s activiteiten bij diverse Canadese combo’s doorkruist, klinken die invloeden niet zelden door. Dat is weerom het geval bij Original Skin, het derde soloalbum.
Watching Kurosaw over favoriete films bekijken tijdens de nightshift op zwoele gitaarloopjes van Noah Walker die aan een oude hit van Arthur Alexander herinneren terwijl de sha na na na’ s en shubadu’s van het koortje nooit ver weg zijn in Decoy Love, in combinatie met de trompetjes en zang die bij momenten naar ijle falsetto reikt meteen een nostalgische voltreffer.
Het door accordeonwerk van Garton en banjo aangedreven Coming Back to Life Again en Good Times leunen sterk aan bij cajun, Western Shirt, een flukse twostepper zou het niet slecht doen in een afgeladen saloon. In het weerom met slepend zangkoortje en rinkelende gitaartjes gelardeerde Berkeley in the Springtime schreeuwt Garton zijn vreugde uit.
De accordeon wordt weerom omgord in Don’t Feel At Home voor een helse trip met doffe drumroffels en slijtend snarenwerk.In I Can’t Trust My Heart is een lekker ouderwetse dansvloerlijper, het gedempte trompetje en de piano is het werk van Garton. Wilde ritmiek met een hoofdrol voor de grote baskast kleuren Hey Grandad, onstuimige, intense rockabilly stuff die niet moet onderdoen voor ilustere voorgangers uit de jaren vijftig.
In het aansluitende Stovestop coffee leidt de combinatie van accordeon, surfgitaar en schelle trompetjes naar een onvervalste soundtrack voor een oude Spaghetti Western. Met het door banjogepluk ondersteunde The Field keert Garton terug naar zijn schoolgaande jeugd en de folkroots in een lang uitgesponnen verhalend epos. Puik werk.