Ivan Lins & SWR Big Band
Cornucopía
Ivan Lins is niet alleen in zijn geboorteland Brazilië een hele grote jongen, ook ver daarbuiten wordt zijn muzikale talent hoog gewaardeerd. Eliane Elias, Patti Austin, Sarah Vaughan, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, George Benson, The Manhattan Transfer, Lee Ritenour en Dave Grusin, om maar een paar namen te noemen, hebben composities van Lins op hun repertoire staan of hebben wel eens met hem samengewerkt. En met meer dan dertig albums op zijn naam heeft Ivan Lins ook nog eens een extensieve discografie. Een behoorlijk actief baasje dus met een behoorlijke staat van dienst. En Ivan Lins is nog steeds iemand om rekening mee te houden.
Zijn nieuwste album Cornucopía is een samenwerking met de Duitse SWR Big Band en bevat 13 composities, die een geslaagde combinatie laten horen van de kracht van een groot blazersensemble en luchtige Zuid-Amerikaanse muziek. In de verste verte doet het muzikale concept denken aan datgene wat Joe Zawinul met zijn Zawinul Syndicatie in de laatste fase van zijn muzikale carrière voorschotelde: een aanstekelijke potpourri van ondefinieerbare, maar daardoor ook unieke melange van allerlei muzikale stijlen, die vooral grensoverschrijdend is in vele opzichten. Dat geldt ook voor de muziek op Cornucopía, waarop niet één muziekstijl is te vinden, maar voor de volle speelduur een boeiende luisterervaring is, omdat er zoveel samensmeltingen zijn te horen van allerlei muzikale stijlen, waarbij Lins’ zuid-amerikaanse roots de rode draad vormen.
De opener Arekatutu zet de luisteraar met Afrikaanse chants op het verkeerde been, want al meteen begint Lins en zijn muzikale begeleiders met het vermengen van al die intercontinentale muziekstijlen. Het strakke Awa Yio ligt meteen goed in het gehoor en alhoewel het nummer behoorlijk wat tempowisselingen kent, is het goed beluisterbaar. Het relaxte Todo Mundo is zoals we Ivan Lins vooral kennen: een afgemeten arrangement, waarbij in dit geval veel ruimte is voor de big band, die Lins’ muziek een extra toegevoegde waarde geven. Waar de aanwezigheid van big bands al snel het gevaar bestaat om de boel helemaal dicht te metselen met vermoeiend blazersgeweld, is dat op Cornucopía gelukkig niet het geval. Daar waar de blazerspartijen moeten schitteren, schitteren ze ook en waar ze niet moeten zijn, zijn ze ook nergens te bekennen. Dat maakt Cornucopía ook zo geschikt voor mensen die niet gewend zijn met zo’n grote troep toeteraars. In Samba de Vision klinkt de authenciteit door tot in de vezels van de compositie, terwijl Trem Bom een spannende en gloedvolle opbouw kent met een hoofdrol voor de blazers. En zo heeft bijna iedere compositie op dit album wel iets aantrekkelijks, dat Cornucopía tot zo’n prettige luisterervaring maakt.
Ivan Lins laat met dit gevarieerde, maar vooral authentieke album horen nog volop mee te draaien en nog immer een vooraanstaande en niet te onderschatten rol speelt met een heel toegankelijke vorm van een universeel soort wereldmuziek. Cornucopía is dan ook een album geworden dat veel mensen zal moeten aanspreken: het wordt nergens te glad en begaat Lins niet de fout om met een kitscherige vorm van samba, latin of andere vaak al snel eentonig wordende klanken de bocht uit te vliegen, maar gebruikt hij zijn ruime muzikale ervaring om voor de volle speelduur te blijven boeien met unieke, knap geconstrueerde, maar toch licht verteerbare muziek, zonder muzak af te leveren. De zomertijd komt dan ook als geroepen. En dan kan het snel gaan met de stijging der temperaturen. Aan Ivan Lins zal het niet liggen.