×

Recensie

World

04 juli 2019

Hoodna Orchestra

Ofel

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: AGOGO

Ofel Hoodna Orchestra World 4.5 Hoodna Orchestra – Ofel Written in Music https://writteninmusic.com

Fela Kuti is net zo’n grootheid als Bob Marley, en net zo invloedrijk geweest. Marley zet de Reggae op de kaart, Kuti doet hetzelfde voor de Afrobeat. Beiden wagen het leven door de aanhangende politieke ideeën strijdbaar tot uiting te brengen. Na het overlijden in andere omstandigheden, maar net zo indrukwekkend, leeft hun gedachtengoed en muzikale erfenis voort. Het twaalfkoppige Hoodna Orchestra presenteert zich vanuit thuisbasis Tel Aviv in Israël als een spannende variant op de Afrobeat, doordrenkt met een flinke dosis aan slepende funk. Om het geheel nog voller te laten klinken wordt de hulp van twee extra trompettisten, Arthur Krasnobaev en Sefi Zisling ingeroepen. Ofel is na het in 2015 verschenen Let Go het tweede volwaardige album. Om zo dicht mogelijk bij het beoogde geluid te komen, leent Hoodna Orchestra de productie en distributie uit aan het toonaangevende kleinere wereldmuziek label Agogo Records. Gitarist Ilan Smilan eigent zich de rol van kopstuk toe, met naast hem een ensemble aan diversiteit in muzikanten, ieder in een bepalende positie.

Veelbelovend gaat het spookachtige Intro in een laidback aan zwoele blaasinstrumenten over. De mellow klanken maken ruimte voor de drukkende bas van Amir Sadot die als dirigent het ritme voor de volgende blazers en percussie aangeeft. Al swingend wordt de Afrobeat naar in Ofel I Israëlische maatstaven gedefinieerd. Tomer Zuk giet er met zijn toetsenwerk een Hammond orgel achtig sausje overheen, smeuïg geserveerd door gillende saxofoon uithalen. De voedende elektrokillers krachtbron The Prodigy wordt in de aangename cover van Breathe vastgelegd. Want wat is dat van oorsprong al een verdomd lekkere track. De baspartijen blijven dicht bij de basis, met de toevoeging van stevig blaaswerk als dansbare smaakmakers. Ondergedompeld in een mix aan hypnotiserende slangenbezweerders gefluit mengen ze de mysterieuze oosterse cultuur in westerse harde beats.

De seventies luiden met het rockende orgelgeluid de vette funk van Rexico in. Door het zorgvuldig gebruik maken van exotische percussie gaat men naar de basisbeginselen van de Afrobeat terug. Het lijkt een regelrechte aanbidding van oppergod Kuti, die daar in trance zeker zijn goedkeuring over zal uitspreken. Door het tempo als een tikkende klok in het herhalende Power Ballad aan te passen, kunnen ze in alle eenvoud naar een jazzy explosieve saxofoonsolo toewerken. Die gaat jankend over in een heerlijke garnering van het volgende hoofdgerecht Ofel II. De uptempo funk van Ef-M zou zo in dienst kunnen staan van een achtervolgingsscene in een remake van de filmklassieker Shaft.

De bandleider van The Dirty Dozen uit Tel Aviv laat nog maar sporadisch van zich horen, maar richt in het lange sterke Beit Lechem als een charmeerde gangsterbaas zijn bekwaamheid tot ons. Daarin geven ze een hedendaagse voorstelling van de Palestijnse plaats Bethlehem. Vuile misvormde gitaarakkoorden voegen een vies slijmerig tintje aan het verder sterk georkestreerde hoogtepunt van deze geweldige plaat toe. Blues, geblazen treurnis en heuse hardrock overbluffen in duizelingwekkend tempo in het tweede gedeelte de luisteraar. Het dromerige Outro bevestigt dat kwalitatief goed geschoolde instrumentisten geen dure producers en een toonaangevend platenlabel nodig hebben om tot een goede plaat te komen. Deze eigen productie kan zich moeiteloos met hoog aangeschreven klassiekers meten.



  1. Intro
  2. Ofel I
  3. Breathe
  4. Rexico
  5. Power Ballad
  6. Ofel II
  7. Ef-M
  8. Beit Lechem
  9. Outro