Hannah Aldridge
Gold Rush
Voor zijn dochter had Walt Aldridge al een toekomst als klassieke pianiste uitgestippeld. De gerenommeerde Muscle Shoals en Nashville veteraan en producer wou zijn dochter behoeden voor de gevaren van het muzikantenmilieu waarin hijn zelf vertoefde. Het draaide even anders uit, als jonge twintiger begon Hannah songs te schrijven die kwamen op enkele epeetjes en het met de hulp van stadsgenoot Jason Isbell en zijn Unit 400 opgenomen Razor Wire terecht.
Hannah pendelde voordien al tussen haar thuishaven in Albama en Nashville. Uitgerekend in het countrymekka ‘zadelde’ het producersteam Jordan Dean en M. Allen Parker de nieuwe langspeler op met een meer rock georiënteerde sound. Zo komt het gitaarwerk van Sadler Vaden met verschroeiende uithalen helaas iets te veel op de voorgrond in Dark Hearted Woman.
Anderzijds stemmen de rinkelende gitaartjes van dezelfde snarenman, die het mooie weer maken in Shoulden’t Hurst So Bad’, ons meteen weer wat vrolijker. “I ain’t comin’ back” zingt Hannah duidelijk in de stevige opener Aftermath gelukkig doet ze dat even later wel. De slepende southernrock van Burning Down In Birmingham en het uitzonderlijk fraaie, op (f)luistertoon geprevelde, semi-akoestische The Irony Of Love worden zelfs op goedkeurend gegrom onthaald.
Die andere traag maar zeker naar een climax opklimmende ballade Lace is minstens even sterk en ook de verstilde uitmuntende titeltrack Gold Rush beloven het beste voor de toekomst van deze jongedame, Pa Aldridge kan andermaal trots zijn.