Han Bennink & Terrie Ex
The Laughing Owl
In een serie over onze favoriete albums die er via het aan The Ex gelieerde Terp Records uitgekomen zijn vandaag: Han Bennink & Terrie Ex – The Laughing Owl.
Zaankanters Han Bennink en Terrie Ex delen meer dan hun geografische wortels. Dat werd snel duidelijk toen de gitarist de drummer voor het eerst aan het werk zag in de late jaren tachtig, en het spat ook van hun eerste duo-album, dat intussen twintig jaar geleden opgenomen werd.
Wordt vrije improvisatie vaak afgedaan als chaotisch geharrewar voor anti-muzikanten, dan zit de waarheid natuurlijk anders in elkaar. Improviserende musici zijn, vaak net omdat ze zo onderlegd zijn, in staat om de kunst van de spontane creatie steeds een nieuwe invulling te geven. Daarvoor kunnen ze vaak terugvallen op jaren van toewijding en studie. Het is net die zelfkennis en grote bagage die hen in staat stelt om te vernieuwen. Of om Evan Parker te parafraseren: de centrale paradox is dat je vrijer kan zijn naargelang je meer controle hebt. Natuurlijk zit dat bij deze twee net iets anders. Bennink en Ex zijn eigenlijk muzikale analfabeten. Ze ontberen de theoretische kennis die veel collega’s enorm vooruit helpt. Wat ze daar tegenover kunnen zetten compenseert echter ruimschoots.
Hoe je het moet definiëren is moeilijk. Je zou het een onbevangenheid kunnen noemen, of een natuurlijke aanleg om in elke muzikale probleemsituatie een mogelijkheid te zien. Of het een oplossing is, is nog een andere zaak. Het zijn ook muzikanten die op het gehoor spelen, gewapend met een natuurinstinct. Bennink kan bladmuziek enkel gebruiken om het in stukken te scheuren, want leren spelen, dat deed hij door vooral te luisteren naar voorgangers en helden. Gaandeweg vulde hij dat leerproces aan met een heel eigen karakter en humor. Die kenmerkende baldadigheid en onvoorspelbaarheid (enkel die is voorspelbaar). Idem voor Ex. Die begon met simpel raggen als begeesterde punker, maar proefde al snel van de genoegdoening van de vrijheid, het potentieel van het spontane, de verrassing. Improvisatie als levenshouding.
Dat hun sporen elkaar zouden kruisen was dus een kwestie van tijd, net zoals dit album. Wie op zoek is naar hecht samenspel van muzikanten die elkaar snel vinden en vervolgens dicht op elkaar blijven zitten, die is er wel aan voor de moeite. The Laughing Owl is niet dat soort plaat. Er duiken wel momenten op die het moeten hebben van herhaling, van houvast, van iets dat je groove zou kunnen noemen, net zoals er flarden melodieën en tribale ritmes passeren, maar als geheel is dit te ongedurig. Het album bestaat uit maar liefst 17 grillige stukken, waarvan zowat de helft korter dan twee minuten is. Het maakt de individuele stukken wel lekker verteerbaar, ze gaan nooit vervelen. En toch werkt The Laughing Owl het best als geheel, als ketting van compacte interacties. Herrie met een hoog punkgehalte.
Nu ja, het gaat niet altijd om de beproefde Q & A-techniek, waarbij reactief wordt gemusiceerd. Net zo vaak voelt het alsof ergens een onuitgesproken overeenkomst gesloten werd en vervolgens geprobeerd wordt om die te omspelen. En toch is er iets bijzonders gaande tussen deze twee, lijken ze voortdurend in de weer met abstracte spiegeleffecten, kunnen ze in een vingerknip op hetzelfde spoor zitten, voelen ze elkaar binnen die wirwar moeiteloos aan. En er is dat schier onuitputtelijke vermogen om steeds met nieuwe dingen op de proppen te komen, door verder te denken dan het instrument en zowat de hele wereld, of toch de onmiddellijke omgeving, als klankbron te beschouwen. Bennink steekt stokken in z’n mond en ratelt op alle kanten van de kit. Ex sleurt aan die snaren, gebruikt keukenobjecten, hanteert de gitaar om vuil bij elkaar te vegen.
The Laughing Owl kraakt, bromt, scheurt en schuurt, ratelt en roffelt, stottert en stuitert, zeurt, giert, ontploft, jankt en jengelt, klettert en klatert, rolt en botst, kookt en explodeert. Hoekig, dwars en energiek, verkrampend als een spier die je plots wakker doet schieten in het holst van de nacht. Maar het geeft je ook het gevoel dat er iets gebeurt, met een geheel dat een pak groter is dan de som van de afzonderlijke delen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het swingt. Ja. Want zo lekker slingert dit heen en weer, laat het je een onderhuidse puls voelen, een ideeënstroom met de hoogspanning van een geblinddoekt hinkelspel naast een ravijn.