Halsey
If I Can't Have Love, I Want Power
Nee, niet de Maagd Maria en kind Jezus op de plaatcover. ‘t Is Halsey, wereldwijd rijzende ster als Amerikaans singer-songwriter, en haar pasgeborene. Net maakte ze een complexe conceptplaat over het magische wel en wee van zwangerschap, geboorte en hoe een mens zich geestelijk en emotioneel voelt in die tijden. Weinig rozengeur. Neem al eens het indrukwekkende fluisterende Whispers, waarmee ze mentale kwetstbaarheid illustreert via een innerlijke monoloog. Dat het er straks dan bovendien soms zelfs behoorlijk luguber aan toegaat op haar plaat? Thats all part of the experience!
The Tradition, de prachtige ingetogen piano-opener-bijna Agnes Obel-song – gaat al over het frele jonge meisje uit een plaatsje ergens ver weg dat, door de dorpelingen op zijn vrouwelijkst opgedirkt, doorverkocht wordt aan de hoogste bieder. Niemand houdt haar omdat ze voortdurend weent… Trieste allegorie op de seksualisering en knechting van female artists in de muziekindustrie? Onduidelijk, maar als ontgrendeling van de plaat, het telt…
Halsey aka Ashley Frangipane… In haar ogenschijnlijk simpele songs schuilen haar excellente, intense lyrics vol krachtige statements. Die zijn altijd wel welbewust op feministische thema’s geënt. Zelf uitgesproken biseksueel, gaat ze in tegen patriarchaat en institutionele vrouwenhaat. Nu gaat het en surplus over het terugvinden van je eigen onafhankelijkheid en je identiteit na al die tijd van Freudiaanse tweedeling : als levenschenkende Madonna en de Hoer, je seksuele identiteit. Vandaar dus de plaatcover. Tegelijk reflecteert ze over genderidentiteit.
Al is het deze keer een album met weinig ‘guest appearances’, in the making-of was ze zeker niet verstoken van gerenommeerde samenwerkingen. Zo hoor je Dave Grohl’s drums op het energieke Honey, hoor je Lindsey -Fleetwood Mac- Buckingham’s gitaar op het klein gezongen Darling. Zwaar bepalend voor het sterke geluid van haar vierde studioplaat, en ‘t meest verblijdend nog voor haar, is evenwel de geslaagde langeafstandsmedewerking met het duo Trent Reznor (N.I.N.) en Atticus Ross als producer en songschrijver. Zowel in de serene pianopassages (bv. The Tradition) als in de ondergeschoven experimentele noiserockpatronen (bv. het geleidelijk opkokende Bells In Santa Fé) : hun directe hand is opvallend.
Zo schizofreen als het thema van haar plaat, zo heeft ook het geluid ervan minstens twee gezichten. Ze sluit enerzijds teatraal aan bij de rock, grunge, punk en de heavy industrial van N.I.N, met de sound van kletterende drums en distortion op de gitaren. In die stemming gaat ze dan al eens tekeer als een woeste Garbage (bv. onder de industrial van Easier Than Lying of de sludge van The Lighthouse). Anderzijds kunnen tal van haar nummers als adembenemende pop toch zo de hitparades in. Hartveroverend mooi en intiem is, hoe ongewoon en onpoppy ook de lyrics, het melancholische Ya’aburnee (‘t arabische ‘Je begraaft me’). Het declamerende Lilith heeft dan weer een hiphop-frame of Girl is A Gun danst op drum’n bass.
Synthese van al die dualiteit in muziek en woord (én beeld) is de song I Am Not A Woman, I’m A God, schitterend op zoemende electronica stuiterende kernsong, met dito dure clip. Ook muzikaal een filmische productie met gedurfde duidelijke N.I.N.-stempel. Het wordt de grootste hit van het album. Erin opgesloten ook Halsey’s sprekend bipolaire meditatie over zelftwijfel en zelfadoratie. Ze bevindt zich aan beide uiteinden van een spectrum, als naakte, badende goddelijke figuur, krachtige, koelbloedige heerseres op ijzeren troon én als verbannen zwangere vrouw, met gescheurde witte jurk, die al dan niet op de brandstapel eindigt.
Halsey waarschuwt. Zet haar album niet bij de girl power of in vakjes waarin ze liefst niet wil zijn. Vrouwenwereld, doen we aub allemaal niet zo stoer. “Any time where I ever talk about womanhood, motherhood, femininity, I’m usualy talking about it with a taste in my mouth. Like go be a big girl, a girl is a gun, all I can taste is the blood in my mouth.”
Hier heeft een popster oncompromisloos een rauwe plaat gemaakt, vol spannende, stekelige songs waarop ze gefocust getuigt van haar ware ik, van de demonen die haar belagen en haar gecompliceerde weg naar verantwoorlijk moederschap. Ze bevat prachtige songs onder veler gedaanten die ze, ondanks haar eerder successen, liever experimenterend dan per se radiovriendelijk aan de man brengt. Een risico? N.I.N. scoort hier met pop, het blijkt bij deze cum laude compatibel. Beter dan velen als tien in een dozijn, is het echter vooral Halsey die hier ter wereld komt als de authentieke revelatie.
Ender Aydin is het eerste kind van Ashsley Frangipane en Alev Aydin. Het zag het levenlicht in juli 2021. Halsey en partner staan het gebruik van genderneutrale voornaamwoorden voor en hebben tot op heden het geslacht van hun baby niet bekendgemaakt.