Glen Campbell
Sings For The King
Zonder twijfel was Glen Campbell (1936-2017) een legende. Toen hij in ’67 zelf doorbrak als soloartiest met nummers als Gentle On My Mind, Wichita Lineman en By The Time I Get To Phoenix, had hij er al een hele carrière opzitten als sessiemuzikant voor de legendarische Wrecking Crew, die speelde op talloze hits van The Beach Boys tot The Everly Brothers, van The Monkees tot The Mamas & Papas. Een blauwe maandag had Campbell zelfs nog deel uitgemaakt van The Beach Boys, toen de grote man van díe groep, Brian Wilson, besloot te stoppen met toeren om zich te concentreren op componeren en studiowerk.
Toch kende hij zijn plaats in de schaduw van een echt grote naam als Elvis Presley. Diens hele carrière door kreeg The King of Rock ‘n’ Roll, die sporadisch zelf een nummer schreef, materiaal aangeboden van songschrijvers. In de tussenfase, de demo’s die Presley kreeg om zijn keuze te maken, speelde Glen Campbell tussen 1965 en 1968 een voorname rol. Hoewel hijzelf een steeds grotere ster werd, bleef Campbell bereid om tot 1968 demo’s voor Elvis in te zingen en zijn stem te buigen naar wat de compositie in kwestie ‘zo Elvis als mogelijk’ maakte.
Op het recent verschenen album Glen Campbell Sings For The King gaat het om composities van Ben Weisman en tekstschrijver Sid Wayne. Van Weisman nam Elvis de loop zijn carrière 57 songs op, meer dan van wie ook. Daarbij moet wel worden aangetekend dat het merendeel daarvan komt uit de filmjaren van Elvis (1960-1968), toen er een duidelijke scheidslijn was tussen het prefab-Hollywood-repertoire (met vooraf opgenomen orkestbanden door Elvis inspiratieloos ingezongen tussen de filmopnamen door) en de echte muzieksessies in Nashville, waar Presley als vanouds sparrend met de muzikanten tot het beste resultaat kwam. Dat leverde tussen die tientallen films door nog een handvol mooie platen op. Voor dat echt muziek maken in Nashville kreeg Presley in de loop van de sixties echter steeds minder tijd, tot hij het in ’68 zat was en via zijn Comeback Special de deur naar de filmwereld definitief dichtsloeg.
Op Sings For The King blijkt de professionaliteit van Campbell, die op nummers als I Got Love en How Can You Lose What You Never Had feilloos in de huid van Elvis kruipt. Het laatste nummer werd daadwerkelijk door Elvis opgenomen, voor het album Clambake, voor I Got Love bedankte hij. Van de achttien nummers op dit album zijn er dertien door Elvis opgenomen tussen 1964 en 1968. De carrières van Glen en Elvis kwamen nadien nog twee keer bij elkaar. In januari 1969, toen Elvis voor het eerst in meer dan tien jaar weer een opnamesessie boekte in Memphis, wat tot zijn comebackplaat From Elvis In Memphis leidde, zong hij daar Gentle On My Mind, dat in 1967 al een kleine Amerikaanse hit was en een maand voor de opnamesessie van Elvis weer even was teruggekeerd in de hitlijst. In maart ’75 treedt Glen op in het Las Vegas Hilton. Omdat hij weet dat Elvis er de volgende avond staat, blijft Glen een nachtje over en hoort hij de volgende avond hoe Elvis hem vanaf het podium introduceert als ‘a good friend of mine’ en ‘one of the finest voices around’.
Hoewel Glen de loopbaan van Elvis slechts vanaf de zijlijn kon beïnvloeden, maakt dit album duidelijk hoe goed hij zich als professional in dienst van het repertoire kon opstellen. Vanaf de mengtafel in elkaar gezette ‘duetten’ tussen een dode en een levende zanger klinken niet altijd even smaakvol, laat staan tussen twee inmiddels overleden zangers. Toch: bij de gospel We Call On Him uit 1968 leidt dit tot een smaakvol eindresultaat.
(* recorded by Elvis Presley)