Giant Sand
Heartbreak Pass
Giant Sand is de band van de uit Tucson, Arizona afkomstige singer-songwriter Howe Gelb. De muziek laat zich beïnvloeden door onder andere rock, country, folk en zelfs jazz. De zanderige-, broeierige omgeving van Tucson valt zeker terug te horen in de muziek en ook een Mexicaans tintje is de muziek niet vreemd. De albums van Giant Sand kenmerken zich door een constant komen-en-gaan van gastartiesten. Zeker op latere albums zorgt dat voor een sterk verschil in geluid (en soms ook –kwaliteit) binnen de albums onderling. Behalve ene veelzijdige smaak, is Gelb ook een harde werker: tussen ’85 en nu produceerde de band haast ontelbaar veel albums en gastbijdrages. Dan is er tenslotte ook nog Howe Gelb’s uitgebreide solowerk. Kortom, als je zijn werk nog niet kent heb je heel wat te ontdekken.
Heartbreak Pass kan gezien worden als gewoonweg het zoveelste album binnen het uitgebreide oeuvre van Howe Gelb. Op papier gezien, voelt het ook een beetje zo. Hij nodigt wat vrienden uit, reist de wereld over en zet een album in elkaar. Jij kan goed trompet spelen? Doe maar mee! Jij bent goed in pedal-steel? Prima. Violen? Oké, kom er bij. Zoveel is er niet veranderd. Toch doet hij ons geloven dat het deze keer wel anders is. En uh…….. na lang luisteren kan ik maar tot één conclusie komen: ik ben het deels met hem eens…..
Volgens hem is dit album opgedeeld in drie secties, met elk een ander gevoel. Goed, dat is zijn persoonlijke idee, zo ervaart hij het en zo zal iedereen dat weer anders zien. Persoonlijk vind ik het verschil tussen sectie 1 (track 1-4) en sectie 2 (tracks 5-8) muzikaal niet zo groot. Er zijn gitaren- en vocalen met distortion, Mexicaans klinkende trompet, de aandacht opeisende pedal-steel van Maggie Bjorklund en nog veel meer gastbijdrages. De meest opvallende bijdrage komt uit Nederland: Ilse de Lange en JB mogen een liedje meedoen op het krachtige Man on a String. De twee secties kenmerken zich beide door gortdroge, cynische voordracht, opgewekte sfeer en knallende instrumentatie. Cynisme is tegelijk een schild en een wapen, Gelb lijkt dat te weten. Liefdesproblemen en heimwee naar huis worden beiden gezongen met diezelfde luchtige en tegelijkertijd bittere intonatie.
Sectie 3 voelt dan opeens aan als een klap in het gezicht, want weg is het cynische schild. Piano en strijkers zorgen ervoor dat Gelb klinkt als een trieste-, verslagen man die niets anders kan dan eerlijk zijn over een gebroken hart, levensbeschouwingen en zijn kinderen. De sfeer doet denken aan een rokerige nachtclub, met stemmige piano en rustige jazz. “And the heart suffers its own beating, just as well. As if it Could Be helped.”, zingt hij in Gypsy Candle. Er valt niets meer aan te doen, zo lijkt het. Toch is er in Done en Forever and Always weer ruimte voor berusting en een positief tintje. Zijn dochter Talula zingt zelfs even mee. All Is well in the world again, or is it?