Fuzz
III
Het Californische goudhaantje Ty Segall heeft uiteraard geen verdere introductie nodig. Als muzikale wonderkind is hij met zijn hippe retro indie sound alweer ruim tien jaar een van de boegbeelden in het muzikale landschap. Dit multi talent kun je probleemloos een instrument in zijn handen stoppen, hij red zich overal wel mee. Het is duidelijk dat hij de inspiratie in de jaren zeventig opzoekt. Het bezwerende Manipulator is een aangename mix van sentimentele teardropsongs, groovende rock, hypnotiserende stoner en een fikse overdosering aan vintage glamrock. Er valt niet te ontkennen dat Emotional Mugger in zijn diversiteit hier vrijwel niet van afwijkt, waardoor je bijna vergeet dat het eindresultaat weer van onaardse klasse is.
En toch staat dit nog vrij ver van zijn Fuzz project verwijdert. Wat is het heerlijk dat meesterlijke stergitarist Charles Moothart de smerige gitaarriffs tevoorschijn tovert en hier de bandleider niet mee lastig valt, Chad Ubovich van Meatbodies met krachtige dreunende baspartijen de aarde opensplijt en Ty Segall heerlijk achter het drumstel heerlijk heenklooit. De gedroomde drie-eenheid van een supergroep, zoals zich velen in de jaren zeventig presenteren. Gitaar, bas en drum, de kracht bij acts als The Jimi Hendrix Experience en Cream.
Tijdens zijn destructieve door alcohol verdoofde tienerjaren krijgt Ty Segall de nalatenschap van een verhuist buurmeisje in handen. Een muziekverzameling waar hij al snel op het baanbrekende werk van Black Sabbath stuit, die aan de basis staat van de doom metal, de hardrock en later ook de grunge beweging en de woestijn stoner stroming. Dit vormt de basis van Fuzz, waarbij hij zich door die eerste daadwerkelijke kennismaking met stevige rockmuziek laat inspireren. Na het debuut in 2013 waarbij nog Roland Cosio voor de bas verantwoordelijk is volgt twee jaar later de in de huidige setting opgenomen II. Door de volgeplande schema’s, de tijdsdruk en het vele touren ontstaat er pas in het optreden arme 2020 de mogelijkheid om aan het vervolg te werken.
De toevoegende kunstjes worden zoveel mogelijk geëlimineerd waardoor er van een nog puurder en energieker geheel sprake is, waarbij er niet meer met het gaspedaal gespeeld wordt, maar waar men de hele tijd voluit gaat. Geen ruimte voor melodieuze dromerige psychedelische passages met ouderwetse Britpop samenzang. De kern ligt nu volledig bij die eerste Black Sabbath invloed, en de daaraan gekoppelde metal, hardrock, grunge en stoner, welke ik al eerder genoemd heb. Een mooi eerbetoon aan dat bevriende tienermeisje, die gemakkelijk de credits kan opeisen.
Fuzz is het door versterkers sadomasochistisch mishandelen van de gitaarsound, om deze al smekend tot een orgasme te laten komen. Het voorlopige hoogtepunt wordt in het gruwelijke III bereikt. Niet misselijk straft Charles Moothart zijn instrument af, waarna deze jankend als een dolle doorgedraaide hond in Returning van zich afbijt. De bloedstollende waas wordt door meerstemmige zang en de muzikale landschapsvernietiging van de net zo strak opererende ritmesectie vergezeld die geen enkele ruimte onbenut laat. Zo hoort er gespeeld te worden, met spraakmakend duister Nothing People gesoleer en snoeiharde akkoorden in het macho Spit.
Grensverleggende psychedelica en pijnlijk gevoede zangpartijen maken van Time Collapse een hoogstandje, waarbij de felheid in de snijdende Ty Segall vocalen met het opzwepend gefreak van een in optimale vorm verkerende frontman afgewisseld worden, die nogmaals benadrukt dat hij meer dan een verdienstelijke gitarist is. Man, wat raakt hij die drumvellen aangenaam . Ik durf het bijna niet te zeggen, maar hij mag in een adem met de geweldenaren die als voorgangers uit de jaren zeventig hem hierin inspireerden genoemd worden. Zijn creepy Mirror stemgeluid sluit bij de horrorelementen aan die grote voorbeelden als Alice Cooper en Ozzy Osbourne zo berucht maken.
Close Your Eyes is qua productie eventjes een forse stap terug. Het lijkt wel alsof er een mok koffie over de mengpanelen is gevallen, die het geluid als zuur vergif aantast. Het zit niet helemaal goed in de mix, terwijl er aan het spel verder niks mankeert. Blues rules in het rockende Blind To Vines, die verder wat in zijn stroeve opbouw stagneert. Maar als het later volledig explodeert, valt alles weer op zijn plek. De indrukwekkende zeurende bas van Chad Ubovich staat aan de basis van het epische vol verrassingen gevulde eindstuk End Returning, die bijna thrashend van zich afslaat.
Het roept de maniakale duivelse kant van Steve Albini op, die als producer het mengpaneel bedwingt, maar ook tevens het uiterste daarvan vraagt. Zijn visie heeft in het verleden al zoveel moois opgeleverd, en ook deze ruwe ongepolijste plaat mag hij daar aan toevoegen. Door het schoonheidsfoutje in Close Your Eyes en het wat ongemakkelijke Blind To Vines kan niet de volle mep uitgedeeld worden. En dan stuit je toch wel op het feit dat Steve Albini vooral op zijn best is als de sound smerig en guur moet klinken. Er valt voor Ty Segall en zijn bevriende duo nog zoveel winst te halen om voor het vervolg de hulp van een producer in te schakelen die zijn sporen in de jaren zeventig verdiend heeft, al levert dat nog een flinke zoektocht op.