Fish –
Vigil In A Wilderness Of Mirrors
In oktober start de afscheidstournee van Derek William Dick, beter bekend als Fish. Die afscheidstournee zal veel meer zijn dan een terugblik op zijn jaren als voorman van Marillion. En terecht, want al is zijn solowerk minder bekend dan het werk uit zijn Marillion-nalatenschap; je mag juist dat zeker niet over het hoofd zien. Om je geheugen op te frissen óf om je überhaupt voor het eerst kennis te laten maken met zijn solowerk, duikt Written In Music in de catalogus van de sympathieke Schot en bieden we je een beeld van de verschillende studio-albums van Fish. Je kon hier eerder al de recensies lezen van de EP A Parley With Angels, de albums Weltschmerz, A Feast Of Consequences, 13th Star, Field Of Crows, Fellini Days, Raingods with Zippos, Sunsets On Empire, Suits, Songs From The Mirror en Internal Exile tot slot. Het is nu tijd voor de terugblik die het verste voert, naar het solodebuut van Fish, helemaal naar 1990.
De speculatie over de opvolger van Fish in Marillion, ingegeven door juist de manier waarop Fish die rol had ingevuld en waarmee hij in die dagen door iedereen onlosmakelijk als dé stem van Marillion werd gezien, iets wat echter ook nog jaren daarna door oppervlakkige luisteraars zo werd gezien (“Huh, is er dan een andere zanger?”, bleef hoorbaar tot lang na het tiende album van de band.), was inmiddels achter de rug en de voor het progressieve publiek onbekende Steve Hogarth mocht met Seasons End de nieuwe frontman van de band worden. Met op de hoes van het album Seasons End een viertal symbolen uit het Fish-era, een wegzwevende veer, de punt van een jokersmuts tegen een blauwe lucht, een kameleon voor een vuur en een schilderij dat heel erg deed denken aan de hoes van Fugazi was het ook de vraag of de titel niet gelezen moest worden als Sea Son’s End, wat dan direct een verwijzing naar het vertrek van Fish zou zijn.
Laten we dat vooral speculatie van jonge fans noemen. Want in de tussentijd werd er ook in huize Fish gewerkt aan nieuw materiaal. En wat Fish naar buiten bracht, liet horen dat hij nog steeds zijn mannetje stond. Hoe logisch was dat niet ook? Het was zijn stem die de muziek van Marillion kleur had gegeven. Ja, de band was niet slecht, verre van én die solo’s van Steve Rothery, oei, die waren toch altijd wel heel bijzonder? Hoe zou Fish dan nieuwe muzikanten vinden? En hoe zouden die gaan klinken?
Rondom de release van het album kwam er in die tijd maar mondjesmaat informatie naar buiten. Het internet was nog niet de informatiebron die het tegenwoordig is. Singles drupten al vooraf naar buiten, startend met State Of Mind, vervolgens Big Wedge (de formele eerste single) en later nog A Gentleman’s Excuse Me. Wetende dat het eerste nummer met Hal Lindes, tweede gitarist van Dire Straits was gemaakt, met de drummer van Spandau Ballet achter de kit gaf de burger al moed. Wie zouden we nog meer tegenkomen én hoe klinkt het dan?
Fish – A Gentleman’s Excuse Me 1990 Music Video HD (youtube.com)
De toetsenist van dienst, Mickey Simmonds, onderscheidde zich al heel strak op het prachtige A Gentleman’s Excuse Me met zijn heel fraaie inleidende spel. Zeker een van de mooiere ballads die Fish ooit zong. Als je je bedenkt dat bij de opnames van het orkest in Abbey Road Fish van de orkestleider de vraag kreeg het nummer ter plekke te zingen én hij dat ook zeer succesvol deed, snap je dat de opname van het nummer veel voor hem betekende.
Het werd ook duidelijk dat de baspartij op State Of Mind van niemand minder dan John Giblin was, de alleskunner op bas met een bijna gezegend cv waar de Simple Minds een beetje bleek afstaken bij de heren Collins, Gabriel, Jon Anderson, Scott Walker, Elkie Brooks, Annie Lennox en Kate Bush.
Met het album in de hand bleek later dat de verdere drumpartijen werden ingespeeld door Mark Brzezicki (van Big Country faam) met percussie door Luis Jardim, achtergrondzang van Tessa Niles en Carol Kenyon. De gitaarposities op het album werden nog ingevuld door Janick Gers (van Gillan en Iron Maiden faam) en Frank Usher. Bij Big Wedge traden verder nog de blazers op van The Kick Horns, was er doedelzak en fluit van Davy Spillane in het titelnummer, droeg Phil Cunningham fluit, Bodhran en accordeon bij aan zowel The Company als Internal Exile waar Aly Bain viool in speelde. Gavyn Wright speelde in dat laatste nummer ook viool en hij schreef het orkestraal arrangement voor A Gentleman’s Excuse Me dat zoals gezegd met een 23-hoofdig orkest werd opgenomen in Abbey Road. Een aantal van de mensen die meespeelden behoorde tot mensen die Fish uit de muziekwereld kende, anderen werden naar voren gebracht door producer Jon Kelly die daarmee meer deed alleen de sound van het album inkleuren. Voor Fish was hij daarmee een erg waardevolle partner en klankbord.
De tourband bestond uit Mickey, de broers Brzezicki (Steve speelde bas naast Mark), Frank Usher en Robin Boult op gitaar. Die tour deed ook Düsseldorf aan op 9 maart 1990 en op één nummer na, View From The Hill, werd het hele album gespeeld. Een fantastische avond, de Marillion-muzikanten werden niet gemist: Frank en Robin toonden zich een uitstekend gitaar-duo dat het, met ook Mickey op gitaar, presteerde om een heel indrukwekkende versie neer te zetten van een signature-track van Steve Rothery: Sugar Mice. De band tackelde het akoestisch én hoe! Tot op de dag van vandaag zit die uitvoering en de vervoering die deze losmaakte diep in mijn herinnering geëtst. Het was een prachtconcert dat getekend werd ook door de emotie die zichtbaar was op het gezicht van Fish. Een concert om nooit te vergeten.
Het album dan. Openend met het prachtige titelnummer word je aandacht meteen gevangen door de stem van Fish naast de klanken van Mickey. De stem van Fish neemt je mee, in zijn beleving, in zijn denken, in zijn hoofd. Zo ziet de wereld er nu uit en ik word geraakt door wat ik zie, door wat er gebeurt, kan ik me nog wel uitspreken? Soms weet ik het oprecht niet meer en heb ook ik gewoon steun nodig.
Een tekst van kaliber, met lading en een opbouw van het nummer waarmee Fish uitpakte en je inpakte. Je focus is er al en dan komt de gitaar erin en zingt Fish ‘I was just sitting here thinking’: de gitaar en Fish’ s stem hebben je en het nummer bouwt verder door. Terug van weggeweest en met wat voor punch komt dat eerste nummer binnen? Uitstekend drumwerk, de Keltische klanken vermengd met Mickey’s toetsen en heerlijk dubbel gitaarwerk.
En dan was Mark Wilkinson’s artwork nog meegegaan met Fish ook! Niet alleen de hoes was imposant gemaakt door Mark. De gatefold klaphoes toonde een waar dystopia met overheersing van media, oorlogen, consumentenmaatschappij en kapitalisme waarbij het zo mogelijk op een heuvel komen succes verbeeldde. De verwijzingen naar Marillion op de hoes waren evident. Tegelijkertijd, die waren er toen, pasten in de sfeer van toen en zijn in deze release gepast weggelaten. Het blijft echter wel een heel fraai ontwerp van Mark.
Big Wedge dook in die consumeer-meer maatschappij. Een nummer waarover de band en Fish strijd hadden gehad: anti-Amerikaans is het toch? Het nummer staat voor meer dan dat maar de band wilde er niet aan. Fish laat horen dat je heel pakkend de vloer kunt aanvegen met dat consumeren en het belang van geld. De Kick Horns geven het nummer vleugels. Heerlijk hoe Fish zingt over tv-dominees: ‘As God and his accountants drove away’ Ja, natuurlijk raakt dat aan de VS maar in meer landen laten mensen zich bedwelmen door pseudo-beter-weters, religieus of niet. De massa zegt ja en amen. De combinatie werkt uitstekend: de rockende kant met de gepassioneerde drive van Fish.
State Of Mind met het geweldige Giblin-basloopje zet je aan het denken. Hoe vaak kun je wel of niet vertrouwen op de overheid? In de documentaire noemt Fish het Oliver North-verhaal. Zwerend op de bijbel, leugens verkopend. Een heerlijk relaxed nummer met prachtig gitaarwerk. Je zou het nummer niet anders willen horen.
Official: Fish – State of Mind Live (youtube.com)
The Company is het nummer dat het meest direct ingaat op de relatie met zijn voormalige bandmaten. Een nummer met heerlijke Keltische klanken dat een ideaalbeeld schetst van het gezelschap waarmee Fish zich wil omringen, het is het aangaan van een verbond met mensen die achter hem staan, er voor hem willen zijn en waar hij er voor wil zijn. Neem de wereld zoveel jaren later en als je je bedenkt hoezeer mensen naar zijn afscheidstour willen komen, dan heeft dat zeker voor een deel ook zo uitgepakt. De Fish-aanhang is voor het overgrote deel hem zeker ook trouw gebleven. Prachtig nummer met ook een heerlijk instrumentaal middenstuk dat Fish bij concerten altijd tot een dansje bracht.
A Gentleman’s Excuse Me is een uiterst mooie en gevoelige ballad waarin Fish stem heel erg tot zijn recht komt. Heel erg fraaie orkestratie en Mickey speelt de sterren van de hemel.
The Voyeur (I Like To Watch) is misschien wel het meest rockend nummer van het album. Opzwepend en ook weer rakend aan de manier waarop wij soms onze beelden van de wereld tot ons nemen, de spektakels, de emotie, slachting en rampspoed in beeld en nergens, nergens sprake van empathie of betrokkenheid. Ja, natuurlijk zet Fish zich af. Zo is hij en dat deed hij ook binnen Marillion. Waar denk je dat Forgotten Sons, Fugazi en White Russian over gaan?
Dan volgt een drietal uiterst sterke nummers. Family Business gaat in op huiselijk geweld en daar is Fish klip en klaar over. Staan we toe dat het niet bekend en aangepakt wordt? Een nummer dat heerlijk opbouwt en dat ook nog eens onderstreept dat dit juist zó gespeeld moet worden, met deze bezetting van de band en zonder behoefte aan zijn oude band. Een ijzersterk en krachtig nummer.
Dat geldt ook voor Cliché, een erg mooie ballad die gekenmerkt wordt door het gitaarwerk van Frank Usher. Weer een heerlijke opbouw, met ook heerlijk basspel en fijne achtergrondzang. Het nummer blijft gewoon ontroerend mooi. Vooral luisteren: gloedvol gebracht! En die solo van Frank? Prachtig!
View From A Hill besluit dan de eigenlijke albumtracks. De wisseling in volgorde van de nummers is wel passend, Cliché komt fermer aan boord en View From A Hill sluit weer meer aan op de terugkerende thematiek van de vermaledijde Hill en ons streven steeds naar meer, meer en meer. Met een glansrol voor Janick Gers, die hier laat horen dat hij echt een uitstekend gitarist is en niet alleen over een podium hoeft te rennen om indruk te maken is het echt een geweldig nummer.
Na het hoofdmaal met de tracks van het album zijn nu nog drie nummers toegevoegd: Jack And Jill dat niet misstaan had op het album, een vroege versie van Internal Exile en Whiplash, een bijna cabaretesk nummer over het rijgedrag van een van de chauffeurs van de tourbusjes. De nummers zijn geen mosterd na de maaltijd, dat niet, maar de hoofdmaaltijd is al buitengewoon smakelijk op zich.
Dan hebben we enkel nog de eerste schijf belicht. De opbouw van de set is vergelijkbaar met de andere heruitgaven. Een tweede schijf waar de demo’s centraal staan waarbij je de ontstaansgeschiedenis van de nummers in beeld krijgt, zeker voor de Fish-liefhebbers zeer interessant, waarbij zeker The Curious Hill, als slottrack nog opvalt: luisteren!
The Curious Hill (Unlabelled 1) (youtube.com)
De cd’s 3 en 4 brengen live opnames van het album opgenomen op meerdere plaatsen en op meerdere momenten. Live zijn de nummers alle buitengewoon overtuigend, net als het album en de opnames laten nog eens horen waar de beleving van Düsseldorf op gestoeld was.
Tot slot is er de Blu-Ray. Die is opnieuw van grote klasse. Prachtige documentaires, interviews met Fish over het album en de totstandkoming ervan, met Mark Wilkinson over de kunst, het album in 5.1 en in Atmos en live opnames.
Kunnen heruitgaven completer? Dat is een schier onmogelijke opgave lijkt mij. Met de geluidskwaliteit die Calum Malcolm aan de hele reeks, dus ook aan deze heruitgave heeft gegeven, is er vanuit de audiobeleving van muziek al geen sterkere set denkbaar. De volledigheid van de set, met de geweldige begeleidende teksten van Fish en aandacht voor het artwork heeft Fish met zijn team gezorgd voor een uitstekende heruitgaven. Dat geldt in het algemeen en dat is hier niet anders. Wat hier wel anders is, is dat dit het solodebuut van Fish was. In het tumult van het verlaten van Marillion met alle onmin en rechtszaken die daarmee samenhingen op de proppen komen met dit debuut, met niet alleen topnummers en een goede productie maar ook uitermate verzorgd met inderdaad het geweldige artwork van Mark Wilkinson, was wel een knaller van een statement.
Het siert Fish dat zijn beleving van de concerten tijdens die eerste tour zo intens was: het album als statement was één stap, de respons van de fans bevestigde dat hij met Vigil In A Wilderness Of Mirrors een dijk van een album had uitgebracht. Fish was klaar voor de wereld en hij ging zijn carrière aan. Onstuimig was het zeker, maar hij deed het met overtuiging. Met diezelfde overtuiging kwam het tot deze heruitgaven. En dit is, niet eens zo stiekem, misschien wel de allermooiste.
Dank je wel, Fish, voor de prachtige muzikale -en meer- reis die we dankzij jou mochten maken, maak een succes van deze laatste tour en ga daarna vooral je eigen pad, wat dat ook brengt en geniet met Simone op Berneray.
Voor alle releases uit deze reeks geldt dat je ze niet in de detailhandel vindt. Wanneer je geïnteresseerd bent in aanschaf van de titels, ga dan naar www.fishmusic.eu. Daar vind je de meeste titels nog op voorraad. Suits en Sunsets On Empire komen opnieuw beschikbaar in een oplage van 1500 stuks.