Ferdinand Hiller
Die Zerstörung Jerusalems
Salomon Ludwig (Levy) Steinheim schreef het oratorium Die Zerstörung Jerusalems en publiceerde het in 1844 in Düsseldorf. Deze medicus en religieus filosoof is vooral bekend om zijn lijvig werk met de pakkende titel Die Offenbahrung nach dem Lehrbegriff der Synagoge. Ferdinand Hiller was een Duitse componist die leefde tussen 1811 en 1885. Zijn ouders waren rijke Joden en woonden in Frankfurt am Main. Het muzikale talent van de jonge Ferdinand kwam al snel aan het licht. Hij kreeg muziekles van locale beroemdheden. Toen hij tien was speelde hij een Concerto van Mozart en toen hij twaalf was schreef hij zijn eerste compositie. Op 13-jarige leeftijd raakte hij bevriend met Felix Mendelssohn Bartholdy, waarna hij in contact trad met zo ongeveer alle groten van zijn tijd: Schubert, Grillparzer, Goethe, Cherubini, Rossini, Meyerbeer, Chopin, Liszt, Berlioz, Heine, Robert en Clara Schumann, Bendemann, Overbeck, Thorvaldsen, Brahms, Verdi en Wagner. Hiller zat samen met Hummel aan het sterfbed van Beethoven. Hoe Ferdinand Hiller in contact is gekomen met het werk van Steinheim is onbekend. Hij componeerde de muziek voor het oratorium in 1839 na zijn terugkomst uit Italië. De première vond op 2 April 1840 plaats in het Leipziger Gewandhaus op uitnodiging van Mendelssohn.
De laatste koning van Juda, Zedekia, kwam openlijk in opstand tegen de Babylonische overheersing. Koning Neboekadnezar II van Babylon heeft als straf Jeruzalem twee maal belegerd; de eerste keer in 597 en de tweede keer in 586 voor Christus. Tijdens de tweede verovering werd de stad compleet vernietigd. De profeet Jeremia zag de hand van God in deze vernietiging, aangezien het volk en zijn koning zich niet aan het juiste geloof hielden. Het eerste deel van Die Zerstörung Jerusalems gaat over Jeremia en hoe hij het volk van Jeruzalem ervan probeert te overtuigen hun leven te beteren. Politiek en religie zijn in deze tijd nog nauw verbonden en dat wordt duidelijk gemaakt in de tekst. Het tweede deel van het oratorium behandelt de belegering en vernietiging van Jeruzalem door het leger van Neboekadnezar. Hij wordt gezien als een instrument van de God van Israël. Zedekia representeert de liederlijkheid van zijn volk en is in tweestrijd gebracht door twee personen en twee meningen: zijn moeder Chamital, die God afwijst en enkel de Babylonische godheid Baal wil aanbidden, staat diagonaal tegenover de profeet Jeremia, wiens standpunt geen uitleg behoeft.
De bariton Daniel Ochoa zingt een overtuigende Jeremia. Zijn stem is helder en heeft een prachtige kleur, maar is hij een profeet of speelt hij hem? Een profeet heeft de onwrikbare goddelijke waarheid in pacht. Daniel Ochoa laat Jeremia duidelijk profeteren; met een goddelijk vertrouwen en een onwrikbaar vertrouwen in zijn woorden! De man zingt prachtig, maar heeft natuurlijk de minst interessante rol. Juist de onrust van de twijfel en de tweestrijd van de wil kunnen mooier vertolkt worden. De tenor Patrick Grahl legt deze emoties vol overtuiging in zijn rol van Zedekia. Zijn stem is zuiver en zeer emotioneel. Hij komt onzeker en vertwijfeld over, een weerspiegeling van de tweestrijd waar hij zich in bevind. De sopraan Gudrun Sidonie Otto vertolkt de rol van Chamital, de moeder van Zedekia. Ze zit met haar stem prachtig in de hogere regionen zonder hysterisch te klinken en ze heeft een mooie vibrato-techniek. Twee hele mooie stemmen in twee bijzondere rollen: de tenor Tobias Hunger als Achicam (een vrome Israëliet) en de alt Annette Markert als zijn zuster Hanna. Vooral hun duet (nummer 24 van CD 1) is een prachtig muziekmoment.
Het koor moet drie verschillende identiteiten aannemen: Israëlieten, dieners van Zedekia en Babylonische krijgers. Zij worden hierin bijgestaan door de teksten en de muziek van het oratorium. Ferdinand Hiller zal zelf geweten hebben dat het praktisch onhaalbaar is om meerdere koren voor een uitvoering in te zetten. Toch worden hier twee koren ingezet, namelijk het Vocalconsort Leipzig en het Gewandhauschor Leipzig. Ik ga er vanuit dat de leden van beide koren samengevoegd zijn en de koordelen samen zingen, maar dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Het CD-boekje geeft hier geen informatie over. De muziek wordt gespeeld door Camerate Lipsiensis onder leiding van Gregor Meyer.
Voor het koor is de tekst duidelijk, maar hoe wordt het verhaal door de muziek verteld? In barokke muziek is het altijd moeilijk om emotie te vinden, omdat de moderne luisteraar gewend is aan dissonante en atonale elementen. Binnen de tonale muzikale vocabulaire is voldoende ruimte voor de creatieve componist om uiting te geven aan de emoties. In het eerste koor van het tweede deel horen we bijvoorbeeld duidelijk de angst van de Israëlieten weerklinken in de muziek. Zoals verwacht is het tweede deel muzikaal interessanter dan het eerste. Bijzonder spannend zijn vooral die gedeeltes waarin Chamital zingt. Ze mag dan de verkeerde kant gekozen hebben, haar adoratie voor Baal zorgt voor een prachtige aria en koor (nummer 3, 4 en 5 van CD 2). Jammer alleen dat ze zo weinig aan de beurt komt.
Deze uitvoering van Die Zerstörung Jerusalems is een belangrijke bijdrage aan het CD oeuvre van klassieke muziek in het algemeen en Ferdinand Hiller in het bijzonder. Een prachtige uitvoering van een schitterend werk. Fans van klassieke muziek kunnen enkel de wens uitspreken dat dit muzikale samenwerkingsverband ook Saul van dezelfde componist uit gaat voeren. Deze heilige opera verdient het net als dit werk!