Eurythmics
We Too Are One (vinyl reissue)

Het is vrij bijzonder dat een band die aan het begin van de 80s nog messcherp opereerde nog voor het eind van het decennium volledig uitgeblust is. Tegelijk, wat wil je ook met het schrijven en opnemen van zeven albums in acht jaar tijd en tussendoor nog tijd vinden voor uitgebreide tour-, promo- en privéschema’s. De ironie dat een album We Too Are One wordt genoemd als Annie Lennox en Dave Stewart allang geen hecht combo meer zijn.
Je hoort het dan ook aan het album af. Het is een heel herkenbaar Eurythmics-album, in de zin dat alle stijlen waarmee de voorgaande jaren is geëxperimenteerd terugkomen. Synth (ver weg, dat wel), pop, vleugje soul, rock. Maar een coherent geheel wil het nergens worden en erger, waar bijvoorbeeld het debuut nog altijd tinteltjefris klinkt alsof het gisteren gemaakt is, is de laatste voor de break up – We Too Are One dus – een wel heel erg gedateerd geheel. Je hoort het al direct bij de titeltrack die het album aftrapt. Jazzy start, rockende voortgang, poppy zanglijn, maar een arrangement dat precies aan de foute kant van de jaren tachtig ligt.
Het arrangement is ook de achilleshiel van The King And Queen of America, wat in basis echt een fantastische track is. Fraaie tekst (‘Cause we’re the all time winners in the all time loser’s game), de blazerssectie die er een soulvol sausje overheen gooit en de dwingende beat pakken ook nog altijd. Maar het synthjasje dat daar overheen zit is erg lelijk en staat drie decennia later echt niet meer. Het duet dat (My My) Baby’s Gonna Cry is voelt ook geforceerd. Flets, ongeïnspireerd en alsof Stewart en Lennox elk in een andere ruimte staan te zingen.
Dat ongeïnspireerde zit er vaker in. Een track als Precious klinkt zoals Madonna in 1984 klonk en was dus al in 1989 al gedateerd. Toch moet We Too Are One niet helemaal afgeschreven worden. Want het zinderende Don’t Ask Me Why is één van de sterkste nummers in Eurythmics’ oeuvre, ze kunnen het op dit punt dus nog wel. Het is beklemmend, kruipt onder de huid en nu drie decennia na de originele release grijpt het nog steeds naar de keel. De bijtende tekst helpt daarbij zeker:
“I don’t love you anymore
I don’t think I ever did
And if you ever had
Any kind of love for me
You kept it all so well hid”
Zou het een boodschap zijn? Of is het gewoon fictie? Het intrigeert en muzikaal is het ineens vrij tijdloos. Dat geldt ook voor de andere rustigere nummers op de plaat, zoals het ingetogen Angel en het fraaie, ijskoude en stoïcijnse Sylvia. Dat zijn dan ook de hoogtepunten op de plaat (al is de eveneens vrij rustige afsluiter When The Day Goes Down vrij generiek).
Er zijn dus zeker wel lichtpuntjes te benoemen, maar die nemen niet weg dat We Too Are One als geheel verre van essentieel te noemen is. Op de plaat staat hooguit één nummer (Don’t Ask Me Why) dat zich tot het betere werk van Eurythmics mag rekenen. Het is spijtig om te constateren, maar met deze plaat gaat de carrière van een fantastische band als een nachtkaars uit. Geen wonder dat ze zich jaren later toch nog willen revancheren.