Eric Bibb
Migration Blues
Eric Bibb is altijd al een echte wereldburger geweest, hij groeit op in een muzikaal nest in New York. Folklui als Rev. Gary Davis, Odetta, Judy Collins en Bob Dylan behoorden tot de vriendenkring van zijn vader Leon Bibb, zijn oom pianist John Lewis start in ‘52 het Modern Jazz Quartet op. Op zijn zevende krijgt Eric zijn eerste gitaar en nog voor zijn twintigste verhuist hij naar Parijs waar hij Mickey Baker ontmoet, die invloedrijke Amerikaanse gitarist introduceert hem in de blues. In de jaren zeventig migreert Bibb naar Stockholm, tegenwoordig resideert hij in Helsinki, als hij niet op tournee is.
Bibb blijft de raad die hij als tiener van Dylan meekrijgt om het gitaarspel tot de essentie te ‘beperken’ trouw. Naast talloze zijprojecten omvat Bibb’s oeuvre zo’n twintig studiolangspelers gevuld met folk- countryblues en alle mogelijke varianten, onveranderlijk gedebiteerd met een eenvoudige en franjeloze maar tegelijk rijk geschakeerde benadering en begeleiding. Met zijn warme expressieve soulstem vertelt hij verhalen over zijn omzwervingen. Die reiken verder dan de gebruikelijke uitstapjes naar de Mississippi Delta en andere Amerikaanse bluesoorden. Er zijn ook projecten die naar de Afrikaanse roots leiden. Na Deeper In The Well, dat op Louisiana focuste en Jericho Road verdiept Bibb zich in een meer universeel historisch thema, de emigratie.
Een thema dat met de huidige vluchtelingenstroom bijzonder actueel is zowat alle zwarte bluespioniers volgden het pad van de emigratie om te ontsnappen aan de bittere armoede en een onuitroeibaar racisme in de zuidelijke staten. Of het nu een voormalig katoenplukker betreft die zijn geluk zoekt in de industrie Chicago of een hedendaagse vluchteling uit Syrië of Afrika die in een hopeloos overladen bootje de oversteek waagt.
Ondersteund door de harmonica van JJ Milteau en het ‘draagbare’ snarenarsenaal van Jerome Browne, voortreffelijke muzikanten die samen met Bibb de woordeloze titelsong Migration Blues componeerden. het andere instrumentaaltje La Vie c’est Comme un Oignon refereert naar de Franse en Canadese roots van Milteau en Brown en wordt op goedkeurend gegrom van Bibb onthaald.
Vanaf Refugee Moon schetst het trio, niet zelden op beklemmende wijze, de gevaarlijke vluchtroute het op ragtime ritme geënte Diego’s Blues, de authentieke countryblues van We Had To Move en het helaas meer dan ooit actuele Prayin’ For Shore met weemoedig harmonicaspel van Milteau dat sterk aan Toots herinnert.
Songs die moeiteloos overeind blijven tussen respectvolle interpretaties van Woody Guthries’ This Land Is Your Land en Dylans onvermijdelijke Masters Of War. Helemaal op zijn plaats in deze context. en daar tussenin Bibbs eigen Brotherly Love, een ontroerend epos en een van de vele hoogtepunten van Migration Blues, een onmiskenbaar hoogtepunt in het rijke oeuvre van deze geniale bluesman en singer songwriter.