Ed Motta
Perpetual Gateways
Ed Motta komt uit Brazilië en is daar al langer een redelijk grote naam. Na 11 albums met vooral jazzy en Braziliaanse muziek te hebben uitgebracht, is Perpetual Gateways zijn eerste album dat in zijn geheel in de USA is opgenomen. En dat heeft ook meteen consequenties voor de muziek die hierop te vinden is: de eerste helft van Perpetual Gateways is gevuld met lekker conservatieve AOR, terwijl het tweede deel Motta in het teken staat van een relaxte jazzy background, waarbij de flesjes wijn opengetrokken kunnen worden en het berevelletje kan worden uitgerold.
Al bij de eerste tonen van Captain’s Refusal doemen meteen beelden op van eind 70’s en begin 80’s, toen de hoogtijdagen van de fusion en smooth jazz en waar mensen als David Sanborn, Lee Ritenour, Larry Carlton, Neil Larsen en bands als Spyro Gyra, Yellowjackets en Steely Dan hun hoogtijdagen hadden. En ook met de andere nummers lijkt de tijd stil te hebben gestaan: Hypochondriac’s Fun, Good Intentions en Reader’s Choice zijn ook al zo geënt op die inmiddels toch best wel verguisde smooth westcoast sound. Desalniettemin zijn er vooral in Azië en de USA nog voldoende liefhebbers te vinden en verschijnt nog steeds behoorlijk wat van dit soort muziek. Veel daarvan is overigens onderling uitwisselbaar. Gelukkig geldt dat niet voor de tracks die op Perpetual Gateways zijn te vinden.
Voor het tweede deel van het album wordt het roer redelijk omgegooid: waar het eerste half uur gevuld is met toegankelijke en soms behoorlijk gladde poppy smooth fusion, wordt voor de tracks 6-10 gekozen voor een veel jazzier background. Veel acoustischer ook en meer ruimte voor improvisatie en virtuositeit door onder meer topmuzikanten als Patrice Rushen (keyboards). Deze nummers vergen iets meer luisterinspanning dan de eerste vijf nummers van dit album.
Wat Perpetual Gateways onderscheidt van wat doorgaans in het genre verschijnt is de stem van Ed Motta. Motta is al van zichzelf een tamelijk imposant personage en draagt die stem in belangrijke mate bij aan datgene dat als een unique selling point kan worden bestempeld. In de verste verte doet die dominante stem enigszins denken aan iemand als Gregory Porter: niet zozeer in stemgeluid vergelijkbaar, als wel dat die karakteristieke stem zo boven alles uitsteekt. Uit duizenden herkenbaar, maar daarmee wordt ook weer de beperktheid ervan aangegeven. De kans dat de vermoeidheid en verzadiging snel toeslaat is dan ook steeds aanwezig.
Het devies is dan ook om Perpetual Gateways gedoseerd te consumeren en is de speelduur van een klein uurtje dan ook eigenlijk meer dan genoeg om een bepaalde mate van overdaad het hoofd te kunnen bieden. En met dat in het achterhoofd is Perpetual Gateways een onderhoudend album voor degenen die gladjes de smooth jazz in willen duiken, maar toch oom geprikkeld kunnen worden met muziek die de oren gespitst houdt.