Echo & The Bunnymen
Meteorites
Het alweer 12de album van de band uit Liverpool is ambitieus in opzet met strijkers en een wervelende sound. Toch blijft het moeilijk een nieuw album van de legendarische band, met hun zo rijke muzikale verleden, op waarde te schatten.
Toen Ian McCulloch begin dit jaar aankondigde dat hun nieuwe album Meteorites het enige echte vervolg zou zijn op meesterwerk Ocean Rain uit 1984 wist hij gelijk alle oren te spitsen. Dat de man uit een lange, zware crises kwam en de lol in het leven weer had hervonden wist waarschijnlijk toen nog niemand. Dus het enthousiasme, bescheidenheid over zijn muzikale kunnen heeft Liam Gallagher niet van een vreemde, was misschien wel wat overmoedig deze keer. Maar ambitie is altijd goed en McCulloch heeft ze als geen ander.
Toen het duo Mc Culloch (zang, gitaar) en gitarist Will Sergeant, en ook kortstondig bassist Les Pattinson, in 1997 weer als Echo & The Bunnymen bij elkaar kwamen waren de verwachtingen hoog gespannen. Zou de band weer zo goed kunnen worden als hun meesterlijke debuut Crocodiles (1980), opvolger Heaven Up Here (1981) en het eerder genoemde Ocean Rain? Hoewel de albums vanaf terugkeer album Evergreen (1997) zeker goed genoemd mogen worden werd de magie zoals die in de eerste periode aanwezig was, nooit meer echt hervonden. Al helemaal niet toen Pattinson de band verliet. De ritmetandem Pattinson en de briljante, veel te jong overleden, drummer Pete de Freitas, bleek toch wel heel erg de spanning in de oude Bunnymen sound te bepalen. Het een fijne onrustigheid en donkerte mee te geven.
Met het ambitieuze Meteorites is de uitspraak van McCulloch eerder dit jaar wel goed te begrijpen. Producer Youth heeft er alles aan gedaan het album een majestueus, breed geluid mee te geven. Zoals in de wel heel erg vol geproduceerde opening/titelsong, een soort van Dave Fridmann productie zonder de finesses. Dan bevalt het daarop volgende Holy Moses gelijk een stuk beter. Youth heeft voor de productie van Meteorites vooral de stem van McCulloch de ruimte gegeven en niet het fantastische en zo kenmerkende gitaarspel van Sergeant. In maar een paar tracks (het erg goede Market Town, Holy Moses en Constantinople) krijgt Sergeant de kans te schitteren. Voor de rest verzuipt zijn gitaargeluid in het drukke totaalgeluid. Het bas en drumwerk is daarnaast opvallend onopvallend, echt puur in dienst van de songs.
Meteorites is daarmee natuurlijk geen teleurstellend album te noemen. Daar zijn de songbijdragen, die vooral van de hand van McCulloch komen, veel te goed voor. Zijn emotionele tocht vanuit een zware depressie, die vanaf Is This A Breakdown? (‘What do I want? / What do I need? / What have you got / To make my eyes bleed’) tot aan New Horizons scherp in zijn teksten beschreven staat, is daarnaast veel te interessant. Meteorites is daarmee, in alle facetten, echt het album van McCulloch geworden. Het is duidelijk dat hij zijn stempel op het album heeft gedrukt en in Youth een medestander heeft gevonden.
Hoewel de compositorische invloed van McCulloch altijd prominent is geweest binnen Echo & The Bunnymen was Ocean Rain het album waarop overduidelijk 4 muzikanten op de toppen van hun kunnen zowel individueel als in bandvorm met geweldige composities het uiterste uit elkaar haalden en de spanning optimaal zochten. Meteorites is vooral een solo exercitie van McCulloch onder de naam Echo & The Bunnymen met gastbijdragen van Will Sergeant.