Dylan Earl
Squirrel In The Garden
Een pedalsteel zorgt meteen voor weemoedige sfeer in Lull in The Valley, een donkere countryslijper waarbij de fraaie bariton van Dylan Earl geflankeerd wordt door vaag parlando. Tot dusver is de man aan onze aandacht ontsnapt en dat is ongetwijfeld een schandelijke misstap als je met het vroegere werk geconfronteerd wordt.
Earl ontvluchtte na een orkaan het schilderachtige Lake Charles in Louisiana en vond Fayettville Arkansas een inspirerende thuisbasis. Waar hij opgemerkt werd door Daniel Romano. Er is niet alleen een fysieke gelijkenis met de getalenteerde Canadees die in de productie van een epeetje betrokken was. Evenals Romano in zijn beginperiode laaft Earl zich gretig aan de onuitputtelijke countrybron.
Eerdere werkstukken zoals het epeetje en het volwaardige debuut Country To Be illustreren dat voluit. Maar evenmin als Romano lijkt Earl niet meteen artiest die zich beperkingen laat opleggen. De tien songs waarmee Squirrel In The Garden opgebouwd wordt, zijn niet bepaald producten die van tomeloze experimenteerdrift getuigen. Met steun van zijn vertrouwde gitarist Will King en folkman Willi Carlisle (fiddle, accordeon) exploreert Dylan Earl een rurale soundtrack.
De instrumentatie lonkt naar een onvervalste westersfeer en bij het diepe stemtimbre denken we aan iconische countrylui uit het verleden. Het zijn niet alleen de twangende gitaartonen in House Of Ill Repute die aan Glenn Campbell herinneren evenals de dramatische opbouw van het dromerige Two Hearts aan de betreurde ‘rhinestone cowboy’.
In weergaloos door de prairie galmende tracks als Morning Star en Riding Again versnelt de snarenpicking en de drumslag even. Het door diep brommende mannenstemmen en mysterieuze sirenenzang van Merey Kimbrough geflankeerde He’s My Brother lijkt zo weggelopen uit een wat oudere oerdegelijke Western.
Na I Can’t Help It, een smartelijk duet met dezelfde zangeres, volgt nog een op gammele barrelhouse pianotonen gedeclareerde onthulling: “I got a big big day tomorrow … my baby’s leaving me”. De hoofdprijs voor innovatie wint Dylan Earl er niet mee. De songs van Squirrel In The Garden zijn onveranderlijk eigen composities van Earl maar klinken onveranderlijk als een verzameling tijdloze klassiekers uit het grote countryboek.