Drab City
Good Songs For Bad People
De ouverture van het debuut van het Amerikaanse Drab City klinkt als een oud en stoffig singletje waarvan het gat verre van het midden zit. De toon is gezet: bevreemdende, betoverende nachtelijke muziek wacht ons. Working For The Men laat vervolgens krakende, oude (jazz)sferen horen. Zangeres Asia zingt hier bedrieglijk engelachtig een boodschap van wraak en genoegdoening overheen. Sociale ongelijkheid is de voedingsbodem. Dat geldt ook voor het zwerflied Hand On My Pocket, dat analoge elektronica combineert met orgel, knorrende bassen en uitmondt in een jazzy einde.
Qua sfeer zit het wel geramd op Good Songs For Bad People: het nummer Devil Doll is verontrustende, nachtelijke sfeerpop met effectieve reverb die voor nog meer ambiance zorgt; een mix van Bristol triphop en Franse ‘zuchtchansons’. De song Problem wordt zelfs deels in het Frans gebracht en dat is niet verrassend. Het gitaarwerk is zwaar en atmosferisch; al met al een mooie verbreding van het geluid van Drab City. Just Me And You laat 50s-invloeden horen en klinkt als de score van een unheimisch suburban drama.
Drab City blinkt vooral uit in donkere, nachtelijke sfeerschetsen die, net zoals bij Portishead destijds, de fantasie prikkelen en intrigeren. Troubled Girl, met zijn lekkere droge drumtrack, laat weer die verleidelijke, wat lijzige en nonchalante zang horen. Schijn bedriegt echter, weten we inmiddels. Op Live Free And Die When It’s Cool zingt Chris, de andere helft van Drab City. Hoewel wat vlak is het ook hier weer dat versleten, gekartelde geluid vol boeiende vondsten dat de oren doet spitsen.
Het afsluitende Standing Where You Left Me is muzikaal minder opvallend; koelere ambientsferen, meer richting synthpop. Hier zorgen compositorische kwaliteiten en de melodieën echter voor de impact. Als Drab City haar boeiende muzikale creaties nog wat vaker kan inzetten voor doortimmerde, melodieuze songs dan ligt er een donkere, sensuele klassieker in het verschiet.