Donny McCaslin
Blow
Met Blow slaat New York saxofonist Donny McCaslin wederom nieuwe muzikale wegen in. Jazz zonder grenzen met vocalisten uit de alternative hoek en songstructuren die net zo jazz als artrock zijn.
Dat Blow een heel ander album zou worden dan zijn post Blackstar album Beyond Now was natuurlijk te verwachten. De samenwerking met Bowie ligt alweer 3 jaar achter hem, heeft zijn leven en dat van zijn muzikale maten Mark Guiliana, Jason Lindner en Tim Lefebvre totaal omver geblazen, maar ook optimaal geïnspireerd. Waar Bowie ‘vertrouw op je intuïtie, denk niet na over wat je wil maken, creëer wat je voelt’ sprak, is McCaslin doorgegaan.
Blow gloeit van het muzikale avontuur. Waar de songs aanvoelden alsof ze vocalisten nodig hadden, krijgen ze die en waar de instrumentale flow genoeg was, niet. Daardoor is Blow een geweldig interessante veelzijdige plaat geworden. En als er al gezongen wordt staat daar zo’n geweldige band achter te spelen dat je bijkans omvalt van de klasse. Luister naar de openingstracks What About The Body en vooral Clubkidd en je snapt wat ik bedoel. Hoe de band vooral in die tweede track aanzet en de bas en drums in elkaar vloeien terwijl ze aanduwen is echt ongelooflijk. Prima zanger trouwens die Ryan Dahle (bekend van de bands Limblifer, Mounties) met sterke teksten. Past helemaal.
Maar al net zo geweldig is dan weer het heerlijk bijna naar 10 minuten uitgesponnen instrumentale Break The Bond. Wat een fabuleus spelende band en wat zit McCaslin er bovenop met zijn spel. Zowel melodieus als avontuurlijk en met een ronduit verpletterend mooi elektronisch tussenstuk. Zonder twijfel een van de allerbeste composities die hij ooit schreef en opnam. New Kindness is dan weer een fijn vervreemdende popsong met een dikke jazztwist waar Exactlyfourminutesofimprovisedmusic dan weer precies datgene doet wat de titel aangeeft met een lekker dikke electronic feel en een heerlijk vrij spelende McCaslin.
Jeff Taylor, die zowel bij McCaslin als Guiliana’s Beat Music al jaren (gast)vocalen doet, pakt de vocalen op Tiny Kingdom op de van hem bekende wijze met zijn elastische stembanden. Erg fijne track ook weer. Great Destoyer is vervolgens de meest poppy track van het album. Geschreven door Dahle met McCaslin op de zijlijn, past ook wonderwel op het album. Vooral ook omdat de band even flink doorpakt op het einde van de song. Sowieso geweldig hoe er op deze track gespeeld wordt.
Donny McCaslin en Mark Kozelek is een wel heel onverwachte combinatie. The Opener klinkt vervreemdend, alsof het in eerste instantie niet klopt maar al snel begint te intrigeren. En vanaf daar dan ook optimaal blijft boeien. Het blijft een vreemde vogel die Kozelek. De manier waarop hij zijn opzienbarende verhalen in ritme zingt/voordraagt en de muziek zijn gang laat gaan, neigt het bijna naar een nieuwe variant op de fameuze beat generation. Vooral ook omdat McCaslin de jazz naar een nieuwe tijd toeduwt, extra interessant. (Onderhand hebben McCaslin en Kozelek elkaar helemaal gevonden en samen met Dirty Three drummer Jim White een heel album opgenomen dat volgend voorjaar zal gaan verschijnen).
Beats is dan weer heerlijk dynamische instrumental met saxspel met veel effecten en geweldig duwende en trekkende drums en bas. Waarbij het korte hyper dynamische Tempest nog verder over de top gaat. En hoe prachtig zingt Gail Ann Dorsey, vele jaren de vaste bassiste en backup vocalist in de band van Bowie, op het fraai ingetogen Eye of The Beholder. Zo soulful en hartverwarmend dat je zou hopen dat ze ook ooit weer een eigen album gaat opnemen. Prachttrack om het album me af te sluiten.
Blow voelt aan alles als de muzikale groei die je hoopte dat McCaslin zou gaan maken. Vanuit de jazz onder invloed van werken met Bowie volledig natuurlijk naar een nieuwe stijl gegroeid. Blow is een fijne groeiplaat die op het eerste gehoor al rijk klinkt maar bij meerdere luisterbeurten zijn volle glorie openbaart. Dat zijn de beste, zoals je weet.