Don Henley
Cass County
Je hebt van die zangers die aan één lettergreep herkend worden. Zo iemand was Don Henley ook. Was, want getuige zijn nieuwe soloalbum Cass County is de stem van Eagles-drummer-zanger-componist-bandeigenaar dermate aangetast door de leeftijd (al dan niet in combinatie met een wilde leefstijl in de jongere jaren) dat een deelnemer aan een pop quiz is nog wel eens een aardige kluif kan hebben aan het herkennen van de 68-jarige Henley anno 2015.
Neem The Cost Of Living, dat Don zingt in duet met zo’n andere grootheid uit de ‘outlaw country’ van rond 1970, Merle Haggard. Don neemt het eerste couplet voor zijn rekening, maar doet dat op zo’n manier dat je eerst even twijfelt of die misschien als eerste zingt. Pas als Haggard couplet twee inzet, weet je dat dat écht Henley niet is en vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Track 4, de ballad Waiting Tables laat ‘vintage Henley’ horen op een manier zoals die op de eerste platen van Eagles (let wel: zonder lidwoord) klonk.
Haggard is overigens maar een voorbeeld van een hele sterrenparade op Cass Country, want ook grote namen uit de roots- en Americanahoek als Trisha Yearwood, Lucinda Williams, Dolly Parton en zelfs Mick Jagger maken hun opwachting voor een duet of als achtergrondzanger (es).
Tekstueel is Cass County een plaat van een man die met wijsheid terugblikt op zijn jongere jaren.
There ain’t no limit tot he havoc he can wreak
When a young man slips into his selfdestruct streak
I been east, west, north and south
But I made it through somehow
….en in een andere song:
Now, the merchants in the marketplace
They’re selling fantasy
It’s a trick of light and shadow
It’s not reality
It’s just a faded photograph
Of the man I used to be
Ook bekommert de seniore Henley zich om het milieu:
Some people pray for victory
Some people pray for peace
Some people pray for extra time
Some pray for sweet release
Some pray for health and happiness, for riches and renown
But none of this will matter much if the waters don’t come down
Zingt Don in Praying For Rain. Naast de eigen composities, in samenwerking met Stan Lynch en Steuart Smith, zijn er covers van The Louvin Brothers (duet met Dolly Parton), Billy Sherrill, Jesse Winchester, Tift Merritt en Jesse Lee Kincaid. Vooral materiaal uit het country-idioom dus, en daar leunt de plaat ook zwaar op. Slechts in twee of drie nummers is de rocker Henley te horen. En dat is misschien ook wel beter zo. Die jas lijkt hem op zijn 68ste ook het best te passen.