DeWolff
Muscle Shoals
DeWolff had na een succesvol en inspirerend decennium een flinke inzinking in de coronaperiode en leverde tegenvallende platen af met Tascam Tapes en Wolffpack. Met het uitstekende album Love, Death & In Between revancheerden ze zich voor die slappe periode. Het livealbum dat daarna verscheen onderstreepte nogmaals hun klasse op het podium. Voor hun tiende album toog de band naar Alabama, naar de Muscle Shoals studios om precies te zijn. Een legendarische studio waar menig klassiek album werd opgenomen en dat een speciale plek in de geschiedenis van southern rock heeft veroverd.
De band heeft de plaat ook maar meteen naar die studio genoemd. Heeft Muscle Shoals het niveau van de ijzersterke voorganger? Helaas niet, maar het is wel een stuk beter dan de platen die eraan vooraf gingen. Al op de eerste twee nummers, In Love en Natural Woman valt op dat de band heeft gekozen voor een warmer, meer soulvol geluid dat herinnert aan de jaren zeventig en tegen popmuziek aanschurkt. Ook de progressie die Pablo als zanger heeft geboekt, is duidelijk terug te horen. Op Out On The Town komen de southern rock invloeden bovendrijven en horen we duidelijk invloeden van The Allman Brothers en Dickie Betts.
Soms maakt de band het zich te makkelijk, nummers als Let’s Stay Together en Hard To Make A Buck zijn eigenlijk te simpel voor muzikanten met hun kwaliteit en ontberen diepgang. Ophelia en Book of Life met zijn lekkere pianospel zijn een stuk beter te pruimen. In Truce horen we zowaar een honky tonk pianoritme van Robin. Het zorgt voor afwisseling net als het laid back nummer Winner (When It Comes To Losing) waarin Pablo even lekker losgaat. Fans van lange DeWolff nummers zullen het moeten doen met Snowbird, de enige lange track op het album. Pablo, Luca en Robin jammen er in deze track weer lekker op los en we kijken alweer reikhalzend uit naar de live uitvoering hiervan. Graag hadden we meer van dit soort stukken gehoord. De romantici kunnen nog even lekker schuifelen met hun partner op Ships In The Night voordat het outro met cicades de plaat besluit.
Muscle Shoals is een degelijke DeWolff plaat die een beetje klinkt zoals je vooraf verwacht als je leest over hun bewondering voor Leon Russell, Aretha Franklin en consorten. DeWollf is nog steeds een rockband met soul en nog geen soulband met een vleugje rock. Ben benieuwd hoe het trio zich verder gaat ontwikkelen, nog meer richting soul en pop of wordt de volgende plaat toch weer wat ruiger? Vooralsnog is de wolf op de Veluwe gevaarlijker dan op plaat.