Devon Allman
Ragged & Dirty
Net als Julian Lennon en Wolfgang van Halen heeft Devon Allman moeite om uit de immense schaduw van zijn beroemde vader te stappen. Hoewel Devon zijn vader pas op zijn 15e ontmoette (hij werd opgevoed door zijn moeder in Texas) herinnert zijn zangstijl aan zijn vader en zijn gitaarspel aan zijn veel te vroeg overleden oom. In de voorbije jaren leverde Allman verdienstelijke albums af met Honeytribe, Royal Southern Brotherhood en zelfs een solodebuut, maar ontsnappen aan de vergelijkingen met pa’s band lukte niet.
Devon Allman besloot het daarom over een andere boeg te gooien en toog naar het naar noorden, naar Chicago om daar met lokale, gepokte en gemazelde muzikanten een nieuw album op te nemen. Tevens huurde hij hulp in van songschrijver en producer Tom Hambridge. Dat blijkt een slimme zet want deze Grammy winnaar geeft Allman net het duwtje dat hij nodig had. Ragged & Dirty is dan ook met afstand het beste album van Devon Allman tot nu toe. De nummers zijn in blues gedrenkt, maar bevatten ook soul-, funk- en popinvloeden waardoor alles lekker in het gehoor ligt en soms zelfs swingt. Met I’ll Be Around heeft Allman nota bene een liedje met hitpotentie in handen. Ook Leavin’ is bijzonder sfeervol. De hulp van gelouterde muzikanten betaalt zich terug in alle nummers. Zelfs de lange jam op Midnight Lake Michigan verdient het predikaat onderhoudend. Het niveau op Ragged & Dirty is vrij constant en zakt alleen op de Otis Taylor cover Ten Million Slaves wat in.
Concluderend mogen we stellen dat Devon Allman een verstandige keuze heeft gemaakt door het zuiden te verlaten en in Chicago met andere bluesmuzikanten te werken. Zijn ontwikkeling in een traditioneel en eigenlijk behoorlijk uitgeëvolueerd genre is in volle gang. We zijn benieuwd naar het vervolg.