×

Recensie

Alternative

30 januari 2020

Destroyer

Have We Met

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: Merge

Have We Met Destroyer Alternative 4 Destroyer – Have We Met Written in Music https://writteninmusic.com

De overactieve workaholic van de uit Vancouver afkomstige Dan Bejar is alweer een tijdje afgesloten. Zijn creatieve vermogen verspreidt hij nu over acts als Swan Lake, Hello, Blue Roses, The New Pornographers en zijn geesteskindje Destroyer. Ondertussen bouwt hij verder aan een aardige platenkast met releases waar hij aan meewerkt al doet de artiest het de laatste jaren heel wat rustiger aan. Kwaliteit staat nog steeds ver boven kwantiteit verheven, en met Have Me Met benadrukt hij nogmaals dat zijn aandacht ondertussen naar het veredelde soloproject Destroyer uitgaat.

Op Kaputt laat hij zich al duidelijk door sfeervolle in zichzelf gekeerde white soul uit the eighties beïnvloeden, terwijl Poison Season juist een volhardend loyaal georkestreerde ritmische aanpak verdient. Twee totaal verschillende albums, maar beide oh zo wonderschoon. Zo vindt hij zichzelf steeds opnieuw uit, en neemt het opnameproces ook meer tijd in beslag. Na Ken verschijnt nu drie jaar later Have We Met. Daarop kiest hij duidelijk om de concentratie vooral op de heldere productie te richten. Hoe Dan Bejar al direct bij Crimson Tide de bas vet voor in de mix plaatst is heerlijk. Het stroperige slappende baswerk memoreert naar het strakke new wave tijdperk. De trieste synthesizerklanken hebben dezelfde weemoed als de betere geschoolde Italodisco sound en daar overheen maakt de gitaar als een ware Joint Strike Fighter circulerende capriolen. Dat het zonder die toevoeging minder klinkt bewijst het bittere stukken kleurlozere It Just Doesn’t Happen. Inderdaad, It Just Doesn’t Happen.

Het avondduistere Kinda Dark laat na het terughoudende begin de instrumenten een ademenend eigen leven leiden. De vocalen worden door het muzikaal Oosters landschap verdrongen waarop de gitaar stoer in typerende Keltisch getinte uitbarstingen paradeert waar de drums als zoute regendruppels neerploffen. Die ontbreken weer bij het nachtelijke The Television Music Supervisor waarbij Destroyer de rust van een slaapverwekkend overspannen televisiescherm sneeuwbeeld oproept, versierd met spannende geluidscollages. Niet alles is even sterk, zo valt de The Raven kerstballenpop als een gesuikerde zoete appel wat zwaar op de maag. Op het softe Cue Synthesizer plagen exotische ritmes de gitaar welke door de overtuigende bas gered wordt. De stijgende lijn wordt pas na het saaie zaad dodende University Hill met het titelstuk voortgezet.

Het sfeervolle Have We Met is niet voor niets als instrumentaal intrigerende sleutelsong gekozen. Nog beter dan op de overige tracks komt hier het weidse gitaarspel tot zijn recht. Dat hij hiermee zich met de smaakmakers uit de jaren tachtig vereenzelvigt is duidelijk. Zoveel herkenning, maar ook juist net zoveelnatuurtalenhaalttdit natuurtalent uit het geladen snarenspel. Gelukkig laat hij zich niet van de wijs brengen en zoekt hij met The Man in Black’s Blues de kracht van zijn soulplaat Kaputt op. Hier smeedt hij de geliktheid wel tot een perfecte popsong om.

Met Foolssong speelt hij op safe, zonder de reddende gitaar blijft er weinig van over. Het spannende zoemende einde is er abrupt achter geplakt en voegt ondanks het mysterieuze karakter totaal niks toe. Zoals verwacht zitten er verschillende pareltjes in deze gepantserde oester verborgen, die zich helaas te weinig opent. Het niveau van de vorige albums wordt zeker bereikt, maar er staan op Have We Met net teveel misstappen.



  1. Crimson Tide
  2. Kinda Dark
  3. It Just Doesn’t Happen
  4. The Television Music Supervisor
  5. The Raven
  6. Cue Synthesizer
  7. University Hill
  8. Have We Met
  9. The Man in Black’s Blues
  10. Foolssong