×

Recensie

Rock

26 november 2021

Deep Purple

Turning To Crime

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Uitgebracht door: Ear Music

Turning To Crime Deep Purple Rock 4 Deep Purple – Turning To Crime Written in Music https://writteninmusic.com

Whoosh! liet vorig jaar al horen dat leeftijd niets zegt over hoe gretig, hoe vitaal, hoe rockend je als band kunt zijn. Met een van de betere albums uit de Morse-jaren onder de arm dat opnieuw een zeer fraai slotakkoord aan de lange carrière had kunnen geven, gingen de coronajaren verder. De energie die dat album in zich had, was ook nog niet op. Die energie gepaard met de eigenzinnigheid en humor van de band brengt ons nu Turning To Crime. Hoe crimineel is het immers niet om als rechtgeaarde rockers met een imponerend cv je ineens over te geven aan het maken van een album met enkel en alleen covers?

Met een vette knipoog met een campagne met ‘mug shots’ van de hele band, werd de muziekwereld al eerder dit jaar rijp gemaakt dat er iets nieuws van Deep Purple aan zat te komen, nog zonder veel prijs te geven. Langzaam maar zeker werd duidelijk dat het ging om een album met dus inderdaad alleen maar nummers van derden. Let wel: alle gebracht in Deep Purple stijl én swing. En één ding is bij alle uitvoeringen helder: weer heeft de band er de grootste lol in gehad om het album op te nemen. Opener 7 And 7 Is laat de band al zeer gedreven horen, met een uiterst stuwende Ian Paice achter de drums. Een heerlijke laidback solo van Steve Morse doorsnijdt het nummer waarna Don Airey er een heerlijke toetsensolo laat volgen en Steve nog even van leer trekt. Roger Glover, als altijd de duidelijk aanwezige bassist plukt stevig aan de dikke snaren en Ian Gillan zingt ongedwongen van zich af; duidelijk in zijn element.

Dat horen we ook in Rockin’Pneumonia And The Boogie Woogie Flu: klasse rol weer van Ian en een glanspartij van Don Airey die ook helemaal losgaat en er nog een vleugje Smoke On The Water aan toevoegt. Het nummer is net iets sneller dan het origineel, maar wat klinkt het heerlijk zo. De losse sfeer met Ian Gillan zó op dreef doet je terug verlangen naar de tijd dat liveconcerten aan de orde van de dag waren en dat de interactie met publiek een vast onderdeel van een liveset was. Ook hier weer een fijne solo van Steve, passend bij de sfeer van het nummer. Als je dan toch een coveralbum moet maken, lijkt de band zich bedacht te hebben, dan moet je dat ook goed doen. Niet achteloos, maar gewoon er vol in gaan. En ja, dat doen de rockers hier ook.

Oh Well uit de jonge jaren van Fleetwood Mac klinkt in de handen van Deep Purple meer dan prettig. Steve Morse gaat hier meer los in zijn solo dan in de eerdere nummers, maar het is passend heftig om over te gaan weer naar de zang van Ian. Misschien niet ieders kopje thee als jouw gitaargod Peter Green heet, maar overheerlijk snoepgoed voor de fans van Steve. En, laat het nog maar eens gezegd zijn, de lol die Ian had met het inzingen, die druipt ook gewoon van deze versies af. Genieten! Nee, verwacht niet de stem zoals deze was tijdens de dagen van Made In Japan, maar als je de laatste albums van de band met plezier hebt geluisterd én als je niet wee wordt van de gedachte aan Deep Purple dat covers speelt maar hen vooral de kans wil geven om eens te horen hoe ze dat doen, sla dan je slag.

Jenny Take A Ride! was oorspronkelijk een nummer van Mitch Ryder and The Detroit Wheels. De band snijdt het stevig aan en brengt een bruisende versie van het nummer. Ian Gillan lijkt in eerste instantie wat vertraagd te zingen, maar zijn zanglijnen passen juist goed bij de uitvoering van het nummer. En als dan het tweede deel van het nummer komt, gaan ook bij hem alle remmen los en krijgen we zelfs nog een van zijn fameuze schreeuwen te horen. Don en Steve zetten een geweldig instrumentaal stuk neer en Roger Glover en Ian Paice stuwen op de achtergrond de muziek voort.

Watching The River Flow brengt het origineel van Bob Dylan met net iets meer drive en iets meer uptempo. Een onverwachte cover ten opzichte van de rest maar deze uitvoering past perfect bij de sfeer van het album. En weer: de lol spat er af. Achtergrondstemmetjes, wat Don en Steve weer inkleuren met hun instrumenten, ja, de mannen weten covers naar hun hand te zetten. Het moet voor Bob Ezrin toch ook een feest zijn geweest om zo weer met de mannen samen te werken, al was dit een album dat op afstand moest worden opgenomen door de coronaperikelen.

Je kunt er over twisten. Heeft de band gekozen voor nummers die voor de hand liggen om te coveren? Of zijn het de voor de hand liggende keuzes? Shapes Of Things was al vaker opgepakt, zeker ook binnen de hardrock (denk aan de zeer sterke uitvoering van Gary Moore op zijn album Victims Of The Future), maar niet met de speelsheid zoals Deep Purple het hier laat horen, met een glansrol voor Ian Paice overigens. En ja, White Room zit de band als gegoten, maar nummers als The Battle Of New Orleans (met ook Roger Glover op zang) dat de band hier in een heerlijk spontane en zeer gedreven uitvoering speelt, Dixie Chicken dat de band meer swingend laat klinken dan ooit tevoren, de al eerder genoemde nummers die het album openen en het Dylannummer laten horen dat de band het zichzelf niet gemakkelijk heeft gemaakt bij de nummerkeuze.

Hoe sterk, gedreven en swingend de band anno 2021 nog is, stoomt uit je speakers als je bij de slotmedley Caught In The Act komt. Going Down was, midden jaren Zeventig, vaak een onderdeel van de liveset van Deep Purple, maar het enige huidige bandlid dat het nummer destijds speelde, was Ian Paice. Hier is het de opener van de medley en horen we Ian Gillan in plaats van David Coverdale die al die jaren her het nummer zong. De medley heeft een groove en drive die je verwacht bij een band die net voor het eerst een studio binnen stapt, maar met meer dan vijftig jaren speelervaring zou je eerder iets van vermoeidheid verwachten. Jammer dan, Deep Purple werkt niet mee aan een dergelijke vooringenomenheid. Het is een medley die net als het hele album zeer de moeite waard is om je in onder te dompelen. Wil je kniezen én vind je het misdadig dat Deep Purple, toch ook al zonder Blackmore al die tijd, nou ook nog eens covers gaat spelen, dan is het jouw gemis. Het is heerlijk om er gewoon meerdere keren achter elkaar in te duiken en het spelplezier van de mannen te horen. De medley is werkelijk het einde. Hoe mooi is het overigens ook dat de band er een flard Dazed And Confused tegen aan gooit? Het album eindigt, hoe kan het ook anders, gewoonweg swingend. Deep Purple laat na Whoosh! opnieuw horen dat ze als band nog lang niet zijn uitgespeeld en bouwde een feestje in de studio waar wij nu van mogen genieten. Zó oud worden moet een genot zijn. Het album laat de band horen als jonge honden die een nieuw speeltje hebben gekregen met een absolute glansrol voor Ian Paice. Nooit gedacht dat een coveralbum zo’n feest kon zijn.



  1. 7 And 7 Is
  2. Rockin' Pneumonia And The Boogie Woogie Flu
  3. Oh Well
  4. Jenny Take A Ride!
  5. Watching The River Flow
  6. Let The Good Times Roll
  7. Dixie Chicken
  8. Shapes Of Things
  9. The Battle Of New Orleans
  10. Lucifer
  11. White Room
  12. Caught In The Act