De Kift
Niemandsland
Het is alweer meer dan vier jaar geleden dat De Kift met Hoogriet, de documentaire Water wieg me en de expo Orenmens nieuwe hoogtepunten aan het oeuvre toevoegde. Het toeren van het pakkende, relatief toegankelijke, Hoogriet was in pandemische tijden nogal problematisch maar uiteindelijk kwam ook die plaat naar de mensen toe.
Inmiddels zijn er weer veel andere zaken die zorgen baren. Maar De Kift gaat met hun dertiende studioplaat, Niemandsland, op zoek naar het mooie en het schone in verontrustende tijden. Maar niet zonder reserve: ‘Mooi is het hier, mooi. Maar voor hoelang nog?’. Waar slaapwandelen we naartoe? De band neemt ons mee op een tocht door Niemandsland, een tocht vol aangename muziek die door een ongenaakbaar landschap trekt, langs woelige dorpsfeesten maar ook door desolate vlaktes.
De start is stemmig en plechtig, spaarzame akkoorden en een zacht prikkende banjo: ‘Ik ben een kraai die leed krast in de taal … Ik ben een onheilsprofeet, een slechtnieuwsgesprek’. Het koper schaart zich bij Ferry Heijne en de muziek groeit op indringende wijze aan. Oog voor schoonheid en zucht naar bevestiging tekenen het puntige en opzwepende Dageraad, waarop Heijne en Roos Janssens in gesprek zijn. Traag pompend, met fraaie trompet en zachte steeldrum, trekt Kompanen voorbij, een bespiegeling over de mens en het leven, de mens en de grote wereld, de mens op aarde: ‘… Maar is het niet omgekeerd, dat de wereld genoeg krijgt van ons, en niet wij van haar’.
De ritmiek, het koperarsenaal, de zang uit meerdere kelen (inclusief donateurskoor), het geeft tussen de introspectie en nederigheid ook veel energie en enthousiasme, zoals op het levenskrachtige De Nacht en via de stevige drive van Mooi, een ode aan het landschap, aan de boom. En het moest er een keer van komen: een nummer met de titel Trompetboom. Een veelzijdig werkje met meerdere vocalisten en een tekst ontleend aan onder meer Sylvia Plath.
Zoals gebruikelijk fungeert de wereldliteratuur weer als een voedingsbodem voor de songteksten. Inspiratie op Niemandsland komt uit vele richtingen, bijvoorbeeld van Boris Vian (het bevlogen Wereld, wereld), Iosif Brodsky (het kleine Witte vlinder, de single als uit een speeldoosje, gebracht door Janssens) en Henri Michaux, op het pakkende, stuwende en tekstueel weer fijne Lied van mijn gramschap: ‘Als je eens wist hoe zacht ik vroeger was / Ik was gong en watten en sneeuwig lied’.
Muziek en tekst zijn als vanouds op prachtige wijze verpakt – complimenten weer voor Wim ter Weele en Jos Kleij – deze keer in een bonte creatie van oude ansichtkaarten en boekjes, liefdevol gevuld met de liedteksten en unieke illustraties. Het geeft de hele luisterervaring veel extra’s. Lovenswaardig hoe De Kift zich er nooit gemakkelijk vanaf helpt, ook niet in deze (te) snelle tijden.
Niemandsland blijft tot het einde een even gevoelige (het duet van Janssens en Ter Weele Vogels), als energieke plaat, dankzij levendige, kloppende songs als Wals en Rode Maan. Het slotakkoord is treffend qua titel en muziek: Ansicht, een bevlogen, soms ernstig einde, waarvoor tekstuele inspiratie kwam van Pablo Neruda en Eugenio Montale. Een mooie finale van een wederom boeiende plaat die vertrouwd klinkt maar die per luisterbeurt aan eigenheid, karakter en emotie wint. Een plaat dus die zich fier kan aansluiten bij zijn twaalf voorgangers.
De Kift gaat weer op tournee de komende maanden:
14-11-2024: Patronaat, Haarlem
16-11-2024: De Helling, Utrecht
21-11-2024: Hedon, Zwolle
22-11-2024: Djingel Djangel, Antwerpen
07-12-2024: Neushoorn, Leeuwarden
10-01-2025: PAARD, Den Haag
11-01-2025: Vera, Groningen
17-01-2025: Merleyn, Nijmegen
24-01-2025: Bibelot, Dordrecht
31-01-2025: Hall of Fame, Tilburg
22-02-2025: Metropool, Hengelo
15-03-2025: Melkweg, Amsterdam