×

Recensie

Electronic

03 mei 2021

Dawn Richard

Second Line

Geschreven door: Frank Gesink

Uitgebracht door: Merge

Second Line Dawn Richard Electronic 4 Dawn Richard – Second Line Written in Music https://writteninmusic.com

Onder leiding van Sean Combs AKA Puff Daddy vorm je als uit New Orleans afkomstig zijnde Dawn Richard op MTV programma Making The Band een pop/RnB meidengroep genaamd Danity Kane. Zoals wel vaker gebeurt met dat soort jongere acts valt de groep al snel uit elkaar. Gelukkig heeft Daddy een rusteloos entrepreneursbrein en je carrièrepiek blijft doorgaan met het uitkomen van electronic/RnB album Last Train to Paris onder de banner Diddy – Dirty Money. Maar plots is ook dat opeens klaar, wat doe je dan? Het ongebruikelijk antwoord van Dawn Richard luidde: Ik ga geheel onafhankelijk mijn eigen weg. Ik regel mijn eigen shows, veel eigen danseressen, mijn eigen video ideetjes en eigen album artwork plus concepten. Kortom, alles zelf doen. Waar mainstream succes wordt ingeleverd, krijgt ze alle creatieve vrijheid terug die ze maar wilt en dat is ook wat waard.

Second Line is voor Richard het vervolg op New Breed en onderdeel van een trilogie dat conceptueel handelt over haar opvoeding, plaats in de wereld en hoe de New Orleans cultuur met Afro-Amerikaanse-, Creoolse en Indiaanse invloeden haar als persoon gemaakt hebben tot hoe ze nu is. Ook met betrekking tot de kunst- en muziekwereld. New Breed belichtte die Mardi Gras invloeden en haar familiale banden met de Washitaw indianen. Eveneens speelde haar vader in de soul/funkband Chcocolate Milk, die met Groove City een hit te pakken had die vaak gedraaid werd op Mardie Gras feesten. Met Second Line is de Creoolse kant aan de beurt. Het album staat dan ook vol met stukjes interview waarbij Dawn en haar moeder het hebben over de cultuur in relatie tot haar moeders leven. Onderwerpen gaan van de uitleg wat een “Second Line” is tot de liefde tussen haar moeder en vader. Een authentieke, erg persoonlijk uitwerking die erg doet denken aan wat Solange eerder deed op haar album A Seat at the Table.

Maar ze zou zichzelf niet zijn als dit al het complete plaatje zou wezen. Nee, daaromheen draait ook een futuristisch concept waarbij robots en mensen beide een duidelijke eigen plek hebben en samen vechten voor vrijheid en vernieuwing binnen deze cultuur. Dit concept is vooral audiovisueel van belang. Waar je het visueel al terug ziet in het album artwork, maar vooral ook de uitbundig bevreemdende clips die doen denken aan films als  Blade Runner en The Fifth Element. Muzikaal is er een duidelijke tweedeling tussen de “robot-kant” van het album en de menselijke kant.

Na een kort intro beginnen we de robotkant, als Nostalgia minimal techno synths met pompende deephouse mengt en haar vocalen uit een oude telefoonspeaker lijken te komen. Meer eclectisch wordt het in Pressure waar ogenschijnlijk platte 90’s Dance mengt met RnB en er opeens Drum-‘n-bass om de hoek komt kijken als we het niet verwachten. Na een kort stukje interview kruisen RnB en Reggeaton vervolgens in Jacuzzi. Veel traditionele muziek horen we niet, maar er is wel aandacht voor de New Orleans “bounce-sound” in Pilot en FiveOhFour (A Lude). Deze kant kenmerkt zich door veelvuldig gebruik van vocale lagen, vocoders en autotune. Samen met al het elektronische geweld is dit gedeelte van het album iets kouder, afstandelijker.

De menselijke kant doet niet abrupt zijn intrede, maar laat zich al kort horen in een onder de electronic verstopte gitaar in Voodoo. Het komt pas echt naar buiten in Mornin/Streetlights, twee tracks in één: Mornin is een warme RnB-track met gitaar en lome beats en Streetlights komt met psychedelische triphop, waar in beide tracks haar stem minder gemanipuleerd klinkt – menselijker. Maar belangrijker, in dit gedeelte heeft Richard als songwriter meer te vertellen. Le Petit Morte (A lude) is muzikaal een vreselijk mislukte ballad waar haar vader Beethovens Mondscheinsonate speelt op piano en zij eroverheen kreunt: “This is the last time I’m gonna write a song about you”. Het is gokken over wie of wat dit gaat, maar gezien het verloop van de tracks hierna, is de kans groot dat ze het over haar carrière en de muziekindustrie zelf heeft. Radio Free begint namelijk nogal negatief met, They only love her if she makin’ money, When it stop, they lookin’ for the next honey. Now you walkin’ ’round sayin’, “Fuck the industry”. Numb to the pain, like you drinkin’ codeine”. Maar al snel komt ze trots tot de conclusie “Play your free loud”, vrij van het verstikkende mainstream leven, vrij om te doen waar je zelf zin in hebt. Een gevoel van eigenwaarde dat ze doortrekt in The Potter, maar ook het naar orkaan Katrina refererende Perfect Storm: “I went from homeless to livin’ this, y’all” , waar ze na een tijdelijk moeilijke periode van evacuatie in Baltmore, Maryland nu eindelijk weer terig is in New Orleans met een leven dat weer goed gaat. Track 15 en 16 sluiten af met wat ze zelf noemt Outermission/Outro: het afsluiten van dit album en een kijkje naar de stijl van het derde album in de trilogie? Waar gaat het heen?

Dawn Richard laat met Second Line wederom horen wat de fans al jaren weten: ze laat zich niet in een genre-hokje duwen met haar vooruitstrevende kijk op moderne popmuziek, zowel muzikaal als conceptueel. Al laat ze zich hier meer en meer gelden als electronic artiest en dat is bijzonder, gezien haar voornamelijk RnB en hiphop verleden. Met de steun van gerenommeerd cultlabel Merge wordt ze meer gepromoot dan ooit. Hopelijk krijgt ze langzaamaan de aandacht en waardering die ze verdient.



  1. King Creole [Intro]
  2. Nostalgia
  3. Boomerang
  4. Bussifame
  5. Pressure
  6. Pilot (A Lude)
  7. Jacuzzi
  8. FiveOhFour (A Lude)
  9. Voodoo (Intermission)
  10. Mornin/Streetlights
  11. Le Petit Morte (A Lude)
  12. Radio Free
  13. The Potter
  14. Perfect Storm
  15. Voodoo (Outermission)
  16. SELFish [Outro]