De zangeres uit het Britse Bedford stak eerder de Oceaan over, als kind droomde ze al van Amerika de destijds avontuurlijke oversteek die haar grootouders, die opgroeiden in India, waagden de destijds avontuurlijke oversteek met Nicholls’ negenjarige moeder.  Zo’n tien jaar geleden kwam Danni’s droom uit en dat resulteerde in studiowerk in Music City. Redemption City en Mockingbird Lane werden onder hoede van gitarist en producer Chris Donahue opgenomen in het countrymekka met hulp van pianoman Al Perkins en gitaristen Stephen Leiweke en Will Kimbrough. Voor de derde langspeler The Melted Morning reisde de zangeres opnieuw af naar Tennessee en recent werd Nashville haar nieuwe thuishaven.

In tegenstelling tot de met eigenhandig gepende songs gevulde voorgangers kiest Nicholls nu grotendeels voor coverwerk. Het is de soundtrack waarmee haar Indiase familie opgroeide en die teruggevonden werd in en oud notaboekje.

Zo komen we na de samen met producer Sarah Peacock gecomponeerde titelsong Under The Neem Plum Tree, een prachtige ingetogen countrysong die het familieverhaal introduceert bij My Happiness, een uit 1948 daterende slijper. Oorspronkelijk door The Marlin Sisters, snel opgepikt door onder andere Ella Fitzgerald en Elvis Presley die eveneens Can’t Help Falling In Love, dat verderop passeert, inpalmde.

Het is de sobere bezetting met akoestische gitaar van Nicholls, piano en achtergrondzang van Peacock , de zachte, warme bas en mandoline van Shawn Byrne die  de wonderlijke zang ondersteunen. Fiddle en pedalsteel ontbreken evenmin.

Even luisteren naar de versie van Willie Nelson’s Crazy, destijds in nimmer geëvenaarde uitvoering van Patsy Cline. Drieënzestig jaar later genieten we van loepzuivere zang door vintage Neaumans microfoons, een uitvoering die Linda Rondstadt’s interpretatie benadert. Wellicht inspireerde La Ronstadt om meteen Roy Orbison’s Blue Bayou op te pikken.

Het op een tedere combinatie van pedalsteel en fiddle drijvende Tennessee Waltz in 1950 scoorde Patti Page met de weemoedige ballade van Golden Cowboys Pee Wee King en Redd Stewart. In 1965  tot staatshymne overstijgt het countrymilieu met talloze covers in zowat alle mogelijke genres.

Nicholls weet moeiteloos de gevoelige snaar te raken met dat balladewerk. De titeltrack, het met Iain Archer gecomponeerde Between The River & The Railway en een reprise van het van The Melted Morning afkomstige Ancient Embers complementeren dit ontroerende, in melancholie , persoonlijke eerbetoon aan haar familie.