Christianne Stotijn
If The Owl Calls Again

Van alle vogels spreekt misschien de uil wel het meest tot de verbeelding: deze wonderlijke nachtjager met een mythische roep is bode van het dodenrijk en symbool van wijsheid. Christianne Stotijn is betoverd door dit schepsel en brengt in 21 zangstukken deze betovering over op de luisteraar. De albumtitel If the Owl Calls Again is ontleend aan een gedicht van John Haines (1924-2011). De dichter wenst vleugels om tijdens een zachte winternacht te jagen en te eten met een uil. Hiermee wenst hij het onmogelijke, immers een uil jaagt alleen.
In Marx’ Durch Einsamkeiten is sprake van een radicale eenzaamheid, namelijk van een mens op zijn laatste reis. Als romantische sfeertekening is dit lied goed getroffen: een stijlvol begin van een opmerkelijk album. Componist, sfeer, stijl, taal en instrumentatie wisselen continue, maar elke combinatie zit Christianne als gegoten. Het is bijzonder dat Stotijns stem – zelfs in de meest duistere werken – straalt, licht als een veer.
Met drie werken van Fant de Kanter introduceert Stotijn abrupt een geheel andere klankwereld. Kanters tekstbehandeling is zorgvuldig en treffend. De roep van de uil klinkt in Abboen, een langzaam onbegeleid recitatief – en daardoor – met veel zeggingskracht. Hierop volgt Onbot – in duet met altviolist Antoine Amestit. De toonzetting van dit aandoenlijke Jiddisch gebed heeft meer vaart en dynamiek. Arapka is een ludiek gebed van een hond. Niet helemaal koosjer, maar enorm geestig. Bassist en broer Rick Stotijn komt na het amen – verrassend – vocaal uit de hoek.
Stemmig zingt Stotijn de zoete ernst van de drie gebeden van Modest Mussorgski en de luchtigere Quatre Poèmes Hindous zijn doortrokken van exotische tinten, die door Ensemble Oxalys fijntjes worden aangebracht.
Oliver Boekhoorn geeft Kaddisj van Ravel stemmige accenten in de laagte met zijn duduk, een armeens blaasinstrument, waarvan de klank het midden houdt tussen een hobo en een milde tenorsaxofoon.
De aanbidding van het kerstkind in Franck Martins Trois Chants De Noël wordt door Stotijn aanstekelijk uitbundig vormgegeven.
Toon Fret mijmert op fluit de introductie van Écoute Mon Coeur van André Caplet – een kwetsbare sonate voor fluit en stem, omdat de twee musici constant – schijnbaar onafhankelijk van elkaar – langs elkaar heen musiceren.
Via Marx wordt de bestemming bereikt: Three Songs H.76 voor zangstem, altviool en piano van Franck Bridge. Hier is het opnieuw Antoine Amestit die met zijn altviool een onaards verlangen oproept, terwijl Joseph Breinl de bij tijd en wijle hysterische pianopartij voor zijn rekening neemt. Music, when soft voices die, […] Love itself shall slumber on.
Tracklisting If The Owl Calls Again:
- J. Marx – Durch Einsamkeiten
- F. de Kanter – Abboen
- F. de Kanter – Onbot
- F. de Kanter – Arapka
- M. Mussorgsky- Prayer
- M. Mussorgsky – Evening prayer
- M. Mussorgsky – The soul flew quietely through the celestial skies
- M. Delage – Quatre poèmes Hindous: Madras: Une belle
- M. Delage – Quatre poèmes Hindous: Lahore: Un sapin isolé
- M. Delage – Quatre poèmes Hindous: Bénarès: Naisseance de Bouddha
- M. Delage – Quatre poèmes Hindous: Jeypur: Si vous pensez à elle
- M. Ravel – Kaddisj
- M. Ravel – L’énigme éternelle
- F. Martin – Trois chants de Noël: Les Cadeaux
- F. Martin – Trois chants de Noël: Images de Noël
- F. Martin – Trois chants de Noël: Les Bergers
- A. Caplet – Écoute mon coer
- J. Marx – Adagio
- F. Bridge – Three Songs: Far, far from each other
- F. Bridge – Three Songs: Where is it that our soul doth go
- F. Bridge – Three Songs: Music when soft voices die