Bright Eyes
Five Dice, All Threes
Je mag van een wonder spreken dat Conor Oberst na een stilte van bijna tien jaar in 2020 een nieuwe Bright Eyes plaat uitbrengt. Down in the Weeds, Where the World Once Was is een traumatische verwerkingsalbum van een labiel persoon, waarbij echt, maar dan ook echt alles fout loopt. Toch ontbreekt de nodige zelfspot en logica niet waardoor het toch een fijne luisterervaring is. De genialiteit zit hem nou niet direct aan de oppervlakte, maar in de diepte is deze wel degelijk aanwezig. Als ik een kleine maand geleden voor de eerste keer naar het verknipte Five Dice, All Threes mag luisteren, schrik ik wel. Hier is heel veel gaande, en het voelt niet goed aan.
De afgelopen weken gebruikt Conor Oberst om via live optredens het nieuwe materiaal te promoten. Door zijn suïcidale uitspraken, slechte stem en dito stemming, het pijnlijke gegeven dat hij de teksten amper weet te herinneren, kom je tot de conclusie dat zijn eerder ingezette neergaande spiraal flink in de knoop is geraakt. De enige uitweg is dat hij soms al na een tweetal gespeelde nummers het podium verlaat. De aandacht gaat op dit moment vooral naar Jane’s Addiction frontman Perry Farrell uit, Conor Oberst schetst een net zo hulpeloos triest verhaal.
Het leven is letterlijk een kansspel, Conor Oberst raakt verslaafd aan dit kansspel en zet veel te hoog in. Five Dice, All Threes is het maximale haalbare, de gulle middenweg. Five Dice, All Threes is doordrenkt met gesproken veldopnames, die deze warrige toestand flink versterken. Het is zo triest om op te merken dat de kracht juist in de zwakte zit. Hoe kwetsbaarder de overdracht, hoe meer Conor Oberst je weet te raken. De tekstschrijver blijft in het verleden hangen, waardoor dit verleden ook zijn toekomst vormt. Alleen kom je dan op het punt terecht of dit vooral uit medeleven is of dat de impact van de woorden zo treffend worden weergegeven. Hier kan ik als buitenstaander geen zinnig antwoord op geven.
En dan heb je vrienden nodig die je steunen. In het geval van Conor Oberst zijn dat Mike Mogis en Nate Walcott, de overige kernleden van Bright Eyes. Dit is het basisteam waarmee hij na doorbraakalbum I’m Wide Awake, It’s Morning mee aan de slag gaat, het geraamte om zijn lege ziel. Het Five Dice intro opent met schizofreen radiozender geroezemoes. Eventjes op de juiste zender instellen. Het geeft de zoekende sfeer perfect weer. In de gespeelde vrolijkheid van Bells and Whistles kruipt de zanger in het personage van een neurotische rockartiest. Voor hem hoeft al die aandacht niet. Verwacht na afloop van een concert geen enthousiaste signeersessies, hier geeft hij overduidelijk aan dat men hem vooral met rust moet laten.
Maar goed, je hebt wel een nieuwe plaat te presenteren, daar kan zelfs Conor Oberst niet omheen. Muzikaal niks mis mee, Bells and Whistles is heerlijke aanstekelijke indiefolk met opbeurende kroegpiano toetsen, verfrissend semi tokkelend gitaarspel en een hoop gefluit om de afwezigheid van een refrein te camoufleren. Het is een beklimming, de hoofdpersoon van de El Capitan countryrock zal nooit de top van de berg bereiken. Dan is de dood de enige uitweg. Conor Oberst brengt het vrij nuchter, met de nodige humor, waardoor het een tragikomische wending krijgt.
Dat lot van de kunstenaar versterkt zich in het aan de Nederlandse performance entertainer Bas Jan Ader, welke levensloop een mythisch vervolg krijgt als hij in een zeilbootje op de Atlantische Oceaan verdwijnt. In Tiny Suicides schets Conor Oberst pogingen om het bestaan te ontvluchten. Een soort van melodramatische 50 Ways To Leave Your Lover, maar dan de 50 Ways To Leave Your Life musical variant en overtuigende slidegitaar akkoorden. Door huilende afrondende veldopnames die door merg en been gaan, geeft hij het verlies van een nabestaande weer, welke in onwetendheid achterblijft.
In het mysterieuze met discobeats gevoede All Threes gevecht is Cat Power de soulvolle gastperformer, die als coach met de nodige peptalk er een overwinnaarstwist aan geeft. Trots als verliezer de ring verlaten, een knock-out naar de triomfantelijke tegenstander. Dan gebeurt het onmogelijke, beroepspunker Alex Orange Drink geeft met zijn stel je niet aan attitude een onverwachte twist aan het uptempo Rainbow Overpass. Deze vriend van de band motiveert Bright Eyes om die ideeën verder uit te werken en levert zelf tevens een groot schrijversdeel aan. Het is net die energieboost welke Five Dice, All Threes nodig heeft, de redder in nood.
Hate veegt de vloer aan met het geloof, Conor Oberst spreekt zich overduidelijk tegen deze scheve machtsverhoudingen uit, waar iets moois misbruikt wordt om iets lelijks op te roepen. Het is tevens een protestsong tegen het protest, het kwaad als oppermacht. Real Feel 105°, overleven tussen de verlokkingen van Los Angeles, de zoveelste vluchtkaart van het kansspel. Spun Out zoekt het randje op en bevredigt de destructieve euforische drang om er letterlijk overheen te stappen. Trains Still Run on Time probeert de normalisatie te ontwrichten. Trains Still Run on Time verkoopt de Amerikaanse Droom aan Disney, welke er een onrealistische familiefilm van maakt.
En dan sluit beroepspessimist Matt Berninger van The National ook nog aan, die bij The Time I Have Left de al wankelende Conor Oberst in zijn onbegrip steunt. Je hebt er weinig aan, de halflege wijnglazen zullen nooit halfvol gevuld zijn. Het levert wel een empathisch samenspel op. Tin Soldier Boy is een ode aan Hollywood, waaraan je elk onlogisch verhaal kan verkopen. Op papier is Five Dice, All Threes de beste Bright Eyes plaat sinds I’m Wide Awake, It’s Morning. In de praktijk voelt het dus niet goed aan.